4
Controles en handelingen voorafgaand aan de ingebruikname
Ruitensproeierreservoir controle-
ren en bijvullen (alleen aanwezig
bij uitvoering met cabine)
LET OP
Bij temperaturen dicht bij nul kan de ruitensproeierin-
stallatie beschadigd raken.
– Gebruik altijd ruitensproeiervloeistof met antivries.
Het ruitensproeierreservoir voor de voor- en
achterruit bevindt zich achter de rugleuning
van de bestuurdersstoel (1).
Ga als volgt te werk:
Open de dop van het ruitensproeierreser-
●
voir
Als het niveau van de ruitensproeiervloei-
●
stof duidelijk zichtbaar hoog is, hoeft er
geen vloeistof te worden bijgevuld. Sluit de
tankdop (1)
Als het niveau van de ruitensproeiervloei-
●
stof zichtbaar laag is, vul dan het reservoir
en sluit vervolgens de dop van het ruiten-
sproeierreservoir (1)
118
45878043464 NL - 11/2021 - 12
Gebruik