3
Instrumenten en bedieningselementen
Vorkschakelaars (A)
De vorkschakelaars zijn, indien aanwezig, in
de zone (A) aangebracht:
Als de machine is uitgerust met een enkele
●
centrale hendel, zoals op de afbeelding is
weergegeven, bevinden de bedieningsele-
menten (A) zich naast de hendel.
Als de machine is uitgerust met twee hen-
●
dels aan de zijkant, dan bevinden de bedie-
ningselementen (A) zich boven de hendels.
De bedieningselementen voor de vorken
●
variëren afhankelijk van het gekozen machi-
nemodel. De beschikbare bedieningsele-
menten voor de vorken zijn:
- Heffen en dalen van de vorken bij uitvoe-
ringen MET hefmast.
- Heffen en dalen van de vorken bij uitvoe-
ringen ZONDER hefmast.
- Vork openen en sluiten.
84
De afzonderlijke bedieningselementen zijn uit-
voerig beschreven in het volgende hoofdstuk.
Rijschakelaars (B)
De kruipgangschakelaars, indien aanwezig,
bevinden zich in de (B)-zone, voor gebruik in
de meeloopmodus met de bestuurder op de
grond.
De rijschakelaars voor de vorken variëren
●
afhankelijk van het gekozen machinemodel.
De beschikbare bedieningselementen voor
de kruipfunctie zijn:
- Rijden in beide rijrichtingen.
- Rijden in slechts één rijrichting.
De afzonderlijke bedieningselementen zijn uit-
voerig beschreven in het volgende hoofdstuk.
45878043464 NL - 11/2021 - 12
Overzicht