Overzicht
Schakel de indicator (3) in voordat u linksaf
gaat.
(4) F1 - indicatielampje
●
F1 is alleen een indicatielampje en schakelt
bij bediening geen functies in of uit:
Het indicatielampje knippert wanneer de be-
stuurder met de machine meeloopt
Het indicatielampje is uitgeschakeld wan-
neer de bestuurder zich op de machine be-
vindt
(5)Waarschuwingsknipperlicht (indien aan-
●
wezig)
De knop (5) is alleen aanwezig bij sommige
machine-uitvoeringen.
Wanneer de toets (5) wordt ingedrukt, licht
de toets op en beginnen de vier pijlen te
knipperen.
Wanneer de toets (5) nogmaals wordt inge-
drukt, gaan de toets en de vier pijlen uit.
(6) F2 - indicatielampje
●
F2 is alleen een indicatielampje en schakelt
bij bediening geen functies in of uit:
Het indicatielampje knippert wanneer de be-
stuurder met de machine meeloopt
Het indicatielampje is uitgeschakeld wan-
neer de bestuurder zich op de machine be-
vindt
(7) Richtingaanwijzer rechts (indien aan-
●
wezig)
De knop (7) is alleen aanwezig bij sommige
machine-uitvoeringen.
Wanneer de toets (7) wordt ingedrukt, licht
de toets op en gaat de richtingaanwijzer
rechts aan.
Wanneer de toets (7) nogmaals wordt inge-
drukt, gaan de toets en de richtingaanwijzer
rechts uit.
Schakel de richtingaanwijzer (7) in voordat
u rechtsaf gaat.
(8)Funzione Blue-Q
●
De functie Blue-Q maakt een maximale op-
timalisering van het batterijverbruik moge-
lijk.
Wanneer de toets (8) wordt ingedrukt, lich-
ten de toetsen op en worden de schake-
laars van het (8)-systeem ingeschakeld. De
functie Blue-Q blijft actief, ook wanneer de
machine wordt uitgeschakeld en weer wordt
ingeschakeld.
Om het Blue-Q-systeem uit te schakelen,
drukt u opnieuw op de toets (8). De knop
Instrumenten en bedieningselementen
dooft en het Blue-Q-systeem is uitgescha-
keld.
(9)Schildpadfunctie
●
De schildpadfunctie activeert de kruipsnel-
heid van de machine.
Wanneer de toets (9) wordt ingedrukt, wordt
de kruipsnelheid geactiveerd. De knop licht
op en tegelijkertijd verschijnt het schildpad-
symbool (13). De functie blijft actief, ook
wanneer de machine wordt uitgeschakeld
en weer wordt ingeschakeld.
Wanneer de toets (9) nogmaals wordt inge-
drukt, wordt de schildpadfunctie gedeacti-
veerd. De knop (9) wordt uitgeschakeld en
het schildpadsymbool (13) verdwijnt.
Beschrijving van het scherm
(10) Batterij-indicator
●
De batterij-indicator bestaat uit tien status-
balken. Als de batterij volledig is opgeladen
(100%), zijn alle tien de statusbalken ver-
licht. Naarmate de batterijcapaciteit af-
neemt, neemt het aantal statusbalken af. In-
dien het laadniveau 30% bereikt, blijven
slechts 3 statusbalkjes branden en moet de
batterij worden opgeladen. Indien het laad-
niveau 20% bereikt, blijven twee statusbal-
ken branden en wordt het prestatievermo-
gen van de machine automatisch beperkt.
(11)Type alarm
●
De machine-alarmen worden in dit gebied
weergegeven. Elk alarm wordt aangegeven
door middel van een letter gevolgd door
drie cijfers.
LET OP
Neem contact op met het door de fabrikant geautori-
seerde verkoopnetwerk.
(12)Waarschuwingsdriehoek
●
De waarschuwingsdriehoek (12) verschijnt
in de volgende gevallen:
- Verkeerde inschakelvolgorde
- Actieve machine-alarmen. In dit geval licht
de gevarendriehoek op en wordt het type
alarm (11) weergegeven.
- Flitslamp wanneer het laadniveau van de
batterij 30% bereikt. Laad de batterij op.
- Continu brandend lampje wanneer het
laadniveau van de batterij 20% bereikt. Als
45878043464 NL - 11/2021 - 12
3
81