Luchtuitlaatventilatie
WAARSCHUWING
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR;
GEVAARLIJKE VLOEISTOFFEN
Lees voordat u deze pomp gaat gebruiken
eerst de waarschuwingen over
GEVAARLIJKE VLOEISTOFFEN en
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR op
pagina 5 en neem de nodige
voorzorgsmaatregelen.
Zorg ervoor dat het systeem voldoende ventilatie
krijgt, passend bij de soort opstelling. De luchtafvoer
moet naar een veilige plaats kunnen uitstromen, ver
van mensen, dieren, plaatsen waar voedsel is
opgeslagen of wordt bereid, en van alle
ontstekingsbronnen wanneer brandbare of
gevaarlijke vloeistof wordt gepompt.
Als een membraan kapot is, kan in de uitstromende
lucht vloeistof meekomen. Plaats een geschikt
opvangvat aan het eind van de luchtafvoerleiding om
de vloeistof in op te vangen. Zie Afb. 5.
A
. 5_________________________________________________________________________________________________
FB
VENTILATIE LUCHTAFVOER
E
F
C
Installatie
De luchtuitlaatpoort is 3/4 npt(f). Belemmer de
luchtuitlaatpoort niet. Door een geblokkeerde
luchtuitstroom kan de pomp van slag raken.
Als de geluiddemper (P) rechtstreeks op de luchtuitlaatpoort
wordt gemonteerd, breng dan vóór de montage tape voor
PTFE-schroefdraad aan op de schroefdraad van de
geluiddemper of smeermiddel dat vastzitten voorkomt.
Om een luchtuitlaat op afstand te voorzien:
1. Haal de geluiddemper (P) van de luchtuitlaatpoort
van de pomp.
2. Sluit een geaarde luchtafvoerslang (T) aan en sluit
de demper (P) aan op het andere uiteinde van de
slang. Het minimumformaat voor de luchtuitlaatslang
is 19 mm (3/4 in.) voor de binnendiameter. Gebruik
een grotere slangdiameter als u een slang nodig hebt
die langer is dan 4,57 meter (15 ft). Vermijd scherpe
bochten of knikken in de slang. Zie Afb. 5.
3. Plaats een vat (U) aan het eind van de
luchtuitlaatleiding, zodat in geval van eventueel
scheuren van het membraan de vloeistof
opgevangen wordt.
B
A
D
VERKLARING
A
Luchttoevoerleiding
B
Zelfontlastende hoofdluchtklep
(moet aanwezig zijn op de pomp)
C
Luchtreduceerventiel
D
Snelontkoppeling voor de
luchtleiding
E
Hoofdluchtklep (voor
toebehoren)
F
Filter in luchtleiding
P
Geluiddemper
T
Geaarde luchtuitlaatslang
U
Opvangvat voor luchtuitlaat op
afstand
T
U
P
03942
3A3591
11