Aan-/uitschakelen van de stroom
TEMP.
LAMP
Een weinig verlicht scherm verschijnt even
(ongeveer 20 seconden) om schade aan de
lamp te beperken.
Zoomen en scherpstellen
Het beeld kan worden in- of uitgezoomd en scherpgesteld met de Zoomknop en de Focusring.
1
2
Aan/uit-toetsen
(POWER ON/OFF)
POWER
Druk op POWER ON.
• Een knipperende groene lampvevangings-indicator
(LAMP) geeft aan dat de lamp wordt voorverwarmd.
Wacht met gebruik van de projector totdat de indicator
stopt met knipperen.
• Als u het apparaat uitzet en direct weer aandoet, kan
het even duren totdat de lamp aangaat.
• Als de projector uitgepakt is en voor het eerst gebruikt
wordt, kan er een luchtje uit de koelventilator komen.
Deze geur verdwijnt nadat het apparaat een tijdje in
gebruik is.
Wanneer de projector is ingeschakeld, zal de
lampvevangings-indicator (LAMP) oplichten en de
gebruikstoestand van de lamp aangeven.
Groen: De lamp is gereed voor gebruik.
Groen knipperend: De lamp is aan het opwarmen./
Koelt af.
Rood: Vervang de lamp.
Druk op POWER OFF.
• Druk nog een keer op POWER OFF terwijl deze
melding op het scherm staat. Vervolgens verschijnt
het bericht "Wacht aub.".
• Wanneer u per ongeluk op POWER OFF hebt gedrukt en u
de netspanning niet wilt uitschakelen, wacht u tot het bericht
is verdwenen.
• Wanneer u twee keer op POWER OFF drukt, zal de POWER-
indicator rood oplichten en blijft de koelventilator ongeveer
90 seconden draaien. Vervolgens wordt de projector
standby gezet.
• Wacht voordat u de stekker uit het stopcontact trekt totdat
de ventilator tot stilstand is gekomen.
• De netspanning kan weer worden ingeschakeld door op
POWER ON te drukken. Wanneer de netspanning is
ingeschakeld, lichten de netspannings-indicator (POWER)
en de lampvevangings-indicator (LAMP) groen op.
1 Verschuif de Zoomknop. Het beeld kan worden
ingesteld op het gewenste formaat binnen het
zoombereik.
2 Verdraai de Focusring totdat het beeld op het
scherm scherp is.
-16