Personenalarmtoestel 61
6.2.3
Toetsfuncties tijdens programmeren
De volgende toetsfuncties kunnen te allen tijde worden
gebruikt.
C
Sla nieuwe instellingen op en ga naar de volgende
programmeerstap. Instellingen die niet worden bevestigd met de C-
toets, worden niet opgeslagen!
A
De instelling voor de programmeerstap wordt gewist.
*
Terug naar het begin van de programmeermodus.
Het Personenalarmtoestel 61 geeft de melding "Keuze".
**
Beëindig het programmeren. Het Personenalarmtoestel 61 geeft de
melding "Programmering beëindigd". Programmeren wordt ook
automatisch beëindigd als gedurende 10 minuten niets wordt
ingevoerd.
0 tot 9 Voer de programmeergegevens in.
P
Het Personenalarmtoestel 61 meldt het nummer van de
programmeerstap en de huidige instelling.
R
Reset het Personenalarmtoestel 61. Er is een pieptoon hoorbaar.
Alle uitstaande alarmen/oproepen worden geannuleerd en het
Personenalarmtoestel 61 wordt opnieuw gestart.
TeleAlarm
Gebruikershandleiding
Programmering | nl
F.01U.239.308 | V5 | 2015.08
23