Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Signaalsterkte Van De Gsm-Module Testen; Indicatie Van Gsm-Connectiviteit Op Het Personenalarmtoestel - TeleAlarm Personenalarmtoestel 61 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Personenalarmtoestel 61
7.6.3

Signaalsterkte van de GSM-module testen

AANWIJZING!
De testmodus voor de signaalsterkte is alleen beschikbaar als
de GSM-module correct in het Personenalarmtoestel is
aangebracht en is geïnitialiseerd, en er een
bestemmingsnummer met een GSM-medium is ingevoerd.
Het rode lampje knippert 3 minuten lang, het
Personenalarmtoestel geeft de sterkte van het signaal weer met
een cijfer tussen 0 en 5:
Verplaats het Personenalarmtoestel niet na de
signaalsterktetest.
7.6.4
Indicatie van GSM-connectiviteit op het
Personenalarmtoestel
Het blauwe lampje op een Personenalarmtoestel dat is
uitgerust met een GSM-module geeft de verbindingsstatus weer
in de volgende gevallen:
TeleAlarm
De firmwareversie van de GSM-module wordt
uitgesproken.
Testmodus invoeren: houd P en A ten minste 1 seconde
gelijktijdig ingedrukt.
Het Personenalarmtoestel geeft de melding "test".
Druk op 9, 2 en C.
0 betekent een zwak signaal, 5 betekent een sterk signaal.
Als er een fout terug komt of als de GSM-module niet
antwoordt, wordt het bericht gewoon vervangen door een
'piep'-toon.
Wanneer u op een willekeurige knop op het
Personenalarmtoestel drukt, sluit u de testmodus af. Na 3
minuten wordt de modus automatisch afgesloten.
Bij het op afstand of met behulp van een toetsenbord
programmeren van het Personenalarmtoestel
Wanneer het Personenalarmtoestel wordt gereset of
geïnitialiseerd, of bij een onderbreking van de voeding.
Bij het updaten van de firmware van de GSM-module.
Gebruikershandleiding
Aanvullende apparatuur | nl
F.01U.239.308 | V5 | 2015.08
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Personenalarmtoestel 62

Inhoudsopgave