Personenalarmtoestel 61
7
Aanvullende apparatuur
7.1
Handzenders
De bij het Personenalarmtoestel 61 geleverde handzender is
bedoeld voor het verzenden van alarmoproepen en u kunt zich
binnen het draadloze bereik verplaatsen in uw woning.
Draag de handzender altijd bij u als u thuis bent.
Als u een noodoproep met de handzender wilt verzenden:
–
–
–
Een alarmoproep die u per ongeluk hebt verzonden kunt u
annuleren door tijdens het vooralarm op de S-toets van het
Personenalarmtoestel te drukken.
LET OP!
De grootte van het draadloze bereik tussen de handzender en
het Personenalarmtoestel 61 hangt grotendeels af van de
omgeving waarin de apparatuur wordt gebruikt. Test daarom
eerst het bereik in uw thuisomgeving!
7.2
Draadloze detectoren
U kunt maximaal 10 draadloze detectoren registreren. Deze
draadloze zenders, bijvoorbeeld een tweede halszender,
kunnen worden geregistreerd in het Personenalarmtoestel 61.
Deze detectoren moeten worden geregistreerd aan de hand van
programmeerstap 91-99 en 90 Handzenders registreren.
Bij de installatie kunnen deze detectoren een ingangstoewijzing
hebben, zie programmeerstap 81-89 en 80 Handzenders
toewijzen.
TeleAlarm
druk op de toets van de handzender.
Het indicatielampje van de zender knippert één keer ter
bevestiging.
Het Personenalarmtoestel 61 geeft de mededeling
"handzender [x]" (x is het nummer van de zender) en de
oproep wordt geactiveerd.
Gebruikershandleiding
Aanvullende apparatuur | nl
F.01U.239.308 | V5 | 2015.08
39