Deze methode kan natuurlijk ook gebruikt worden bij vraagstukken met minder dan 20
kasstromen; in dat geval, zullen er minder opslagregisters nodig zijn in vergelijking met de eerder
beschreven methode voor het Berekenen van NPV voor niet-gegroepeerde kasstromen.
Gelijkwaardige en opeenvolgende kasstromen kunnen wel degelijk met die methode ingevoerd
worden indien er voldoende registers beschikbaar zijn om het totale aantal individuele
kasstromen in op te kunnen opslaan. De mogelijkheid om gelijke kasstromen op deze wijze te
groeperen wordt geboden om het aantal vereiste opslagregisters te beperken.
Merk op:
Bij het invoeren van kasstroombedragen — met inbegrip van de
eerste investering CF
kasstroom-tekenconventie door Þ in te toetsen na het invoeren van een
negatieve kasstroom.
Samengevat, om de bedragen van de kasstromen in te voeren samen met het aantal keren dat
deze voorkomen:
1. Druk op fCLEARH om de financiële en opslagregisters te wissen.
2. Voer het bedrag in van de initiële investering, druk op Þ indien deze kasstroom
negatief is en druk vervolgens op gJ. Indien er geen initiële investering is,
druk dan op 0gJ.
3. Indien de initiële investering uit meer dan één enkele kasstroom bestaat met een
waarde zoals ingevoerd in stap 2, voer dan dit aantal in en druk op ga. Indien
ga niet wordt ingetoetst veronderstelt de calculator dat N
4. Voer het bedrag in van de volgende kasstroom, druk op Þ indien deze
kasstroom negatief is en druk vervolgens op gK. Indien de waarde van de
kasstroom voor de volgende periode gelijk is aan nul, toets dan 0 gK in.
5. Indien het bedrag uit stap 4 meerdere malen achtereenvolgens voorkomt, voer het
aantal keren dan in en druk op ga. Indien ga niet wordt ingetoetst,
veronderstelt de calculator dat N
6. Herhaal stappen 4 en 5 voor elke CF
U kunt vervolgens, met de bedragen van de kasstromen en het aantal keren dat ze voorkomen
opgeslagen in de registers van de calculator, NPV berekenen door de rentevoet in te voeren en
vervolgens fl in te toetsen, zoals eerder beschreven is.
Voorbeeld: Een investeerder heeft de mogelijkheid om een stuk vastgoed te kopen voor
€79.000. Hierop haalt hij graag een rendement van 13
kunnen verkopen voor €100.000 en verwacht bovendien de jaarlijkse kasstromen uit de
hieronder gegeven tabel:
Jaar
1
2
3
4
5
Hoofdstuk 4: Additionele Financiële Functies
dient u te letten op het juiste gebruik van de
0 —
gelijk is aan 1 voor de net ingevoerde CF
j
en N
totdat alle kasstromen zijn ingevoerd.
j
j
Kasstroom
Jaar
€14.000
€11.000
€10.000
€10.000
€10.000
gelijk is aan 1.
0
1
/
%. Hij verwacht het na 10 jaren te
2
Kasstroom
6
€9.100
7
€9.000
8
€9.000
9
€4.500
10
€100.000
61
.
j