Verbinding-/elektrodegebruikgerelateerde instructies (vervolg)
Gesproken (stem)
"Trek elektroden los van blauw rugvel"
Doel: de gebruiker wordt opgedragen iedere elektrode los te trekken van het blauwe rugvel voordat de elektroden
op de patiënt worden geplaatst. Trek de elektrode pas los van het blauwe rugvel als de elektrode direct wordt
geplaatst. Plaats de elektroden met de kleefkant op de ontblote huid van de patiënt.
"Bevestig elektroden op ontblote borst zoals
afgebeeld"
Doel: de LIFELINE VIEW heeft geregistreerd dat de elektroden niet of niet correct op de patiënt zijn geplaatst.
Plaats de elektroden op de patiënt en volg de instructies op het elektrodenpakket. Probeer een nieuwe set
elektroden als de instructies worden herhaald.
"Slecht contact elektroden met patiënt"
"Druk elektroden stevig aan"
Doel: de elektroden maken onvoldoende contact met de patiënt en de impedantie ligt buiten het bereik voor
een correcte ECG-analyse en schoktoediening. Controleer of de elektroden correct zijn geplaatst en goed aan
de patiënt kleven en of zich geen lucht tussen de elektroden en de patiënt bevindt. Droog de patiënt af als de
elektroden door vocht niet kleven. Als de elektroden door overmatige beharing niet kleven, moet de overmatige
borstbeharing worden afgeschoren of afgeknipt. Probeer een nieuwe set elektroden als de instructies worden
herhaald.
"Controleer elektroden"
Doel: de elektroden maken onvoldoende contact met de patiënt of raken elkaar aan en de impedantie ligt buiten het
bereik voor een correcte ECG-analyse en schoktoediening. Controleer of de elektroden elkaar niet aanraken en of de
patiënt droog is. Probeer een nieuwe set elektroden als de instructies worden herhaald.
"Onderbreking voor reanimatie"
Doel: als te veel tijd is verstreken, moet de gebruiker het oplossen van de problemen met de elektroden staken om
de patiëntconditie te beoordelen. De gebruiker wordt opgedragen met reanimeren te beginnen.
"Vervang elektroden"
Doel: de elektroden maken onvoldoende contact met de patiënt of raken elkaar aan en de impedantie ligt buiten
het bereik voor een correcte ECG-analyse en schoktoediening. Vervang de elektroden als een tweede set
elektroden aanwezig is. Controleer in alle andere gevallen of de elektroden correct zijn geplaatst en goed aan
de patiënt kleven. Controleer of de elektroden elkaar niet aanraken. Droog de patiënt af als de elektroden door
vocht niet kleven. Als de elektroden door overmatige beharing niet kleven, moet de overmatige borstbeharing
worden afgeschoren of afgeknipt. Probeer een nieuwe set elektroden als de instructies worden herhaald.
Beweging-/verstoringgerelateerde instructies
Gesproken (stem)
"Stop beweging"
Doel: de LIFELINE VIEW registreert mogelijke patiëntbewegingen. Stop na deze instructie alle
patiëntbewegingen, inclusief het reanimeren.
"Stop verstoring"
Doel: de LIFELINE VIEW registreert verstoring van het ECG-signaal. Schakel eventuele radio- of elektrische
storingsbronnen uit. Controleer of de elektroden correct aan de patiënt kleven. Minimaliseer de bewegingen rond
de patiënt als de omgeving zeer droog is om statische ontladingen te reduceren.
"Onderbreking voor reanimatie"
Doel: de gebruiker moet het oplossen van de problemen met beweging en/of verstoring staken om de
patiëntconditie te beoordelen. De gebruiker wordt opgedragen met reanimeren te beginnen.
Geschreven (tekst)
Trek Elektroden Los
Bevestig Elektroden
Elektrodecontact Slecht
Druk Elektroden Aan
Controleer Elektroden
Pauze voor Reanimatie
Vervang Elektroden
Geschreven (tekst)
Stop Beweging
Stop Verstoring
Pauze voor Reanimatie
4-7
DAC-2513NL -AB