Beademen
➜
Met de optie Beademen kan de gebruiker de beademingsinstructies tijdens het reanimeren
(de)activeren.
Voordat u begint: controleer of het apparaat in de onderhoudsmodus staat.
Openen: ga naar Beademen:
AED Hoofdmenu
Reanimatieopties
➜
Resultaat: Via Beademen kan de gebruiker de beademingsinstructies tijdens het reanimeren
(de)activeren.
Gebruik de BOVENSTE en ONDERSTE softkeys om de gewenste modus te selecteren. Druk na het
selecteren van de gewenste instelling op de MIDDELSTE softkey om de instelling te bevestigen. De AED
gebruikt nu de ingestelde beademingsinstructies.
Let op: Beademen is standaard ingesteld op uitgeschakeld.
Reddings protocol
➜
Met de optie Reddings protocol kan de gebruiker een reddings protocol selecteren. De mogelijke
reddings protocollen zijn het AHA 2005-protocol of Voorkeursinst.
Voordat u begint: controleer of het apparaat in de onderhoudsmodus staat.
Openen: ga naar Reddings protocol:
AED Hoofdmenu
Reanimatieopties
➜
Resultaat: met de optie Reddings protocol kan de gebruiker uit twee vooraf in het apparaat ingestelde
reddings protocollen kiezen. Standaard is het reddings protocol AHA 2005 ingesteld.
Druk om het protocol te wijzigen op de MIDDELSTE softkey om het protocol te markeren. De gebruiker
wordt opgedragen om een wachtwoord in te voeren om verder te kunnen gaan. U kunt het wachtwoord
opvragen bij uw medische directeur of bij Defibtech (zie de paragraaf "Contact" in hoofdstuk 12 van
deze handleiding voor de contactinformatie van Defibtech). Na invoering van het wachtwoord kan de
gebruiker een van beide protocollen selecteren.
Gebruik voor het invoeren van het wachtwoord de BOVENSTE softkey om door de cijfers te lopen.
Ga na het verschijnen van het correcte cijfer met de MIDDELSTE softkey naar het volgende lege
vakje. Druk als alle cijfers zijn ingevoerd op de MIDDELSTE softkey. De gebruiker kan nu uit de beide
reddings protocollen kiezen.
Instellingen
➜
Voordat u begint: controleer of het apparaat in de onderhoudsmodus staat.
Openen: ga naar Instellingen:
AED Hoofdmenu
Resultaat: met de optie Instellingen kan de gebruiker het huidige geactiveerde protocol
vervangen door een speciale protocolcode. Deze code is een speciale code die alle
belangrijke informatie in het protocol decodeert. Deze code is door Defibtech voor de
klant aangemaakt. Als de code niet correct wordt ingevoerd, kan het protocol niet worden
gewijzigd. Op basis van de ingevoerde protocolcode wordt het huidige protocol vervangen
door het in de speciale protocolcode beschreven protocol. U kunt de code opvragen bij uw
medische directeur of bij Defibtech (zie de paragraaf "Contact" in hoofdstuk 12 van deze
handleiding voor de contactinformatie van Defibtech). Na invoering van de code worden
de instellingen gewijzigd.
Gebruik voor het invoeren van de code de BOVENSTE softkey om door de cijfers/letters te
gaan. Ga na het verschijnen van het correcte cijfer/de correcte letter met de MIDDELSTE
softkey naar het volgende lege vakje. Druk als alle cijfers/letters zijn ingevoerd op de
MIDDELSTE softkey. De instellingen worden gewijzigd op basis van de ingevoerde code.
Beademen
➜
Reddings protocol
➜
Reanimatieopties
Instellingen
➜
➜
6-8
DAC-2513NL -AB