6.15.2
Veiligheidsgordels
De machine is uitgerust met een cabine die het gewicht van
de machine zelf kan dragen mocht de machine kantelen
(ROPS), daarom moet de operator goed vastzitten op de stoel
met de veiligheidsgordel aan, zodat hij niet naar buiten wordt
geslingerd en eventueel wordt verpletterd.
Voordat de machine in werking wordt gesteld, moeten
de gordel, de gesp en de bevestigingen op de structuur
aandachtig gecontroleerd worden. Als een bepaald onderdeel
beschadigd of versleten blijkt, moet het onderdeel of de
veiligheidsgordel vervangen worden voordat de machine in
werking wordt gesteld.
Tijdens de volledige duur van de werking van de machine
moet de operator blijven zitten met de veiligheidsgordel
vastgemaakt, zodat het risico op letsels in geval van een
ongeval wordt beperkt.
Na een ongeval moeten de veiligheidsgordels vervangen
worden, ook al blijken ze niet zichtbaar beschadigd.
Om de veiligheidsgordel vast te maken:
1.
Plaats het koppelingslipje "1" in de gesp "2" (Afb.
2-F0190).
2.
Controleer of de gordel vastzit, en plaats hem correct
rond uw lichaam (Afb. 3-F0190).
- LET OP
De veiligheidsgordel is correct vastgemaakt
wanneer hij goed om het lichaam zit.
Om de gordel los te maken(Afb. 4-F0190):
1. Druk op de rode knop "1" op de gesp "2".
2. Haal het lipje "3" eruit.
- LET OP
Er mag alleen met de machine gereden
worden als de veiligheidsgordel correct
wordt gedragen en correct vastgemaakt en
afgesteld is. Rijden zonder veiligheidsgordel
vergroot het risico op ongevallen.
- VERBOD
Gebruik geen beschadigde of versleten
veiligheidsgordels. Als de gordel versleten,
beschadigd of uitgerafeld is kan hij stukgaan
of loskomen bij een botsing, met ernstige
letsels voor de operator als gevolg.
70
70
70
1
2
2-F0190
3-F0190
1
2
4-F0190
3