7 Selecteer in het venster Instellingen Tijdzone (Time Zone
Settings) de tijdzone van de gewenste regio in de keuzelijst en
klik op OK (OK) om te bevestigen.
8 Stel het volgende in in het venster Instelling Tijd/Zomertijd
(Time/DST Setup):
▪ Klik op Wijzigen (Modify) om de actuele datum en tijd in te
stellen.
▪ Schakel Instelling zomertijd (Daylight Saving Time Setting)
in als de zomertijd actief is in uw tijdzone.
▪ Selecteer in dat geval Startdatum (Start Date) en Einddatum
(End Date) in de Instelling Zomertijd.
▪ Klik op OK (OK) om de instellingen van Tijd en Zomertijd te
bevestigen.
9 Selecteer in het venster Instelling Functiemodus (Function
Mode Setting) de modus waarin u de intelligent Tablet
Controller wilt laten werken:
▪ Autonome modus (Stand-alone Mode) of
▪ Cloud-connect modus (Cloud-connect Mode).
Zie
"2.3 Overzicht van het systeem" op pagina 4
informatie over deze twee modi.
Een regelmatige gebruiker kan overschakelen van Cloud-
connect modus (Cloud-connect Mode) naar Autonome
modus (Stand-alone Mode); zie
Cloud connect Mode naar Stand-alone Mode" op pagina 35
voor meer informatie.
10 Als u de intelligent Tablet Controller app wilt gebruiken, klik op
Wijzigen (Modify) om de Authenticatiecode (Authentication
Code) voor de app in te stellen.
INFORMATIE
De intelligent Tablet Controller app werkt alleen als een
authenticatiecode
werd
veiligheid,
raden
wij
authenticatiecode in te stellen.
11 Klik op OK (OK) om alle instellingen te bevestigen.
INFORMATIE
De
CPU-module
wordt
inbedrijfstelling herstart NIET automatisch. Om verder te
gaan met de inbedrijfstelling, sluit u de tool voor
inbedrijfstelling af en start u hem opnieuw.
DCC601A51
intelligent Tablet Controller
4P420109-1E – 2018.09
voor meer
"6.6 Overschakelen van
ingesteld.
Voor
uw
eigen
u
aan
om
een
sterke
herstart.
De
tool
voor
3.7
Configuratie van
netwerkinstellingen (tool voor
lokale inbedrijfstelling)
Configureer de netwerkinstellingen om de Daikin intelligent Tablet
Controller in uw netwerk te laten werken.
INFORMATIE
Neem eerst contact op met uw netwerkbeheerder voor de
volgende netwerkinformatie:
▪ Controllernaam (naam van de intelligent Tablet
Controller zoals hij in uw netwerk wordt weergegeven)
▪ Hostnaam
▪ IP-adres
▪ Subnet mask
▪ Standaard gateway
▪ Primaire DNS
▪ Secundaire DNS (indien van toepassing)
Na het herstarten van de tool voor inbedrijfstelling en inloggen in de
Tool lokale inbedrijfstelling (Local Commissioning Tool), gaat u als
volgt te werk:
1 Klik op Menulijst (Menu List) (a) >> Systeeminstellingen
(System Settings) (b) >> Netwerk (Network) (c).
b
c
a
2 Stel in het venster Netwerk (Network) de netwerkparameters in
(zoals van toepassing voor uw netwerk). Deze lijken op het
volgende voorbeeld.
3 Klik op OK (OK) om de ingevoerde gegevens te bevestigen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
3 Inbedrijfstelling
13