166
Klimaatregeling
Klimaatregeling
Klimaatregelsystemen ............... 166
Onderhoud ................................. 176
aanzetten ............................... 176
Service .................................... 176
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur £
● luchtverdeling l, M en K
● luchtdebiet Z
● ontwasemen en ontdooien à
● achterruitverwarming en
verwarmde buitenspiegels b
● voorruitverwarming ,
● stoelverwarming ß
Temperatuur £
Pas de temperatuur aan door £
naar de gewenste temperatuur te
draaien.
rode zone
: warmer
blauwe zone : kouder
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling l M K
Indrukken:
l : naar de voorruit en de voorste
zijruiten
M : naar hoofdzone en zitplaatsen
achterin via verstelbare lucht-
roosters voorin
K : naar voetenruimte voor en
achter en voorruit
Er zijn ook combinaties mogelijk.
Luchtdebiet Z
Snel de ventilatorsnelheid in door Z
naar de gewenste snelheid te
draaien.