6.3.3 Drogen
• U legt de delen van de vernevelaar op een droge, schone en absorberende
ondergrond en laat ze volledig drogen (minstens 4 uur).
De droging kan met behulp van een föhn versneld worden (minimale afstand
15 cm). Dit mag niet in vochtige ruimten gebeuren (bijv. badkamer).
6.3.4 Opberging
• Wikkel de vernevelaar tussen de behandelingen, vooral bij een langere
gebruikspauze, in een schone, niet pluizende doek (bijv. een afdroogdoek) en
leg hem op een droge, stofvrije plaats.
6.3.5 Onderhoud van de aansluitslangen
Al naargelang van de omgevingsomstandigheden kan tijdens het gebruik voch-
tigheid worden gevormd in de persluchtslang en in de bolusslang. Om een feil-
loze therapie te kunnen garanderen, dient dat vocht na gebruik hoe dan ook
verwijderd te worden.
Dit doet U in de volgende stappen:
• Verwijder de persluchtslang (7) en de bolusslang (4) van de vernevelaar.
• De persluchtslang laat U in de compressor steken.
• U laat de compressor net zolang werken tot de door de slang stromende lucht
de vochtige neerslag verwijderd heeft.
• Verwijder de persluchtslang van de compressor.
• Koppel nu de bolusslang met het correcte uiteinde aan op de persluchtaan-
sluiting van de compressor en herhaal de hiervoor beschreven procedure, tot
ook hier alle eventuele vochtige neerslag is verdwenen.
Leest U op pagina 96 verder.
6.4 Ziekenhuis en artsenpraktijk
- Bij gebruik van de vernevelaar voor meerdere patiënten moet de vernevelaar
voor de wissel tussen patiënten gereinigd, gedesinfecteerd en gesteriliseerd
worden.
- Let er daarbij op dat alleen toereikende en geldige apparaat- en productspe-
cifieke methoden voor reiniging, desinfectie en sterilisatie gebruikt worden
en dat de geldende parameters bij iedere cyclus nagekomen worden.
- De werkzaamheid van de gevolgde reinigings- en desinfectie methode moet
erkend (bijv. voorkomend in de lijst van door het Robert Koch-Instituut/
DGHM beproefde en erkende desinfecteermiddelen en methoden) en reeds
door en door gevalideerd zijn.
NL
93