Mogelijk alternatief: chemo-thermische desinfectie
• U legt de losse delen van de vernevelaar in de instrumentenspoelmachine.
• Voeg een geschikt reinigings-/ desinfecteermiddel toe en kies het 60°C pro-
gramma.
Opberging
• Wikkel de vernevelaar tussen de behandelingen in een schone en niet plui-
zende doek en berg hem op in een droge, stofvrije en contaminatievrije
ruimte.
6.4.2 Sterilisatie
U verpakt de uit elkaar genomen vernevelaar na de reiniging/desinfectie in een
sterilisatieverpakking (eenmalige sterilisatie verpakking bijv. folie of een papie-
ren sterilisatiezakje). De sterilisatieverpakking moet voldoen aan de DIN EN 868/
ISO 11607 normen en geschikt zijn voor stoomsterilisatie. Aansluitend sterili-
seert U de vernevelaar volgens de volgende sterilisatiemethode:
Aanbevolen methode: stoomsterilisatie
Vastgelegd volgens DIN EN 554/ISO 11134, respectievelijk de DGKH richtlijnen
voor de vastlegging en routinebewaking van sterilisatieprocessen met vochtige
warmte voor medische producten. Sterilisatietemperatuur: 121°C (gedurende
minstens 20 min.) of 134°C (gedurende minstens 7 min), maximaal 137°C.
Opberging
Bewaar de gesteriliseerde vernevelaar in een droge, stofvrije en tegen contami-
natie beveiligde ruimte.
6.4.3 Onderhoud van de aansluitslangen
• Bij een zichtbare condensatie in de persluchtslang (7) en/of in de bolusslang
(4) dient u beide slangen van de vernevelaar los te maken en de op pagina 93
beschreven procedure te volgen.
• Wanneer het toestel voor een andere patiënt wordt gebruikt of in geval van
vervuiling, dient het slangensysteem van de PARI SINUS te worden vervangen
(artikelnummer 041B4570).
NL
95