BELANGRIJKSTE COMPONENTEN
BRANDSTOF
WAARSCHUWING
De brandstof die wordt gebruikt voor
verbrandingsmotoren is bijzonder sterk
ontvlambaar en kan in bepaalde om-
standigheden zelfs explosief worden.
Benzine tanken en het voertuig onder-
houden, doet u liefst in een goed ge-
ventileerde ruimte terwijl de motor uit
staat.
Rook niet tijdens het tanken of als er
benzinedampen in de buurt zijn en ver-
mijd absoluut elk contact met vrije
vlammen, vonken en andere bronnen
die de benzine in brand kunnen steken
of doen exploderen.
Zorg er ook voor dat er geen benzine uit
de vulpijp lekt omdat de benzine vlam
kan vatten als deze in aanraking komt
met hete motoroppervlakken.
Als u toch benzine op het voertuig
morst, contraleer dan eerst of het voer-
tuig helemaal droog is voordat u het
weer aanzet.
Benzine zet uit bij warmte en onder in-
vloed van zonnestralen. Vul de tank dus
nooit helemaal tot aan de rand.
Sluit de benzinedop goed nadat u hebt
getankt. Zorg ervoor dat er geen benzi-
ne op uw huid komt. Adem geen benzi-
nedampen in, slik geen benzine in en
vermijd benzine van het ene in het an-
dere vat over te gieten met een slang.
V E R V U I L H E T M I L I E U N I E T M E T
gebruik en onderhoud RSV 1000 R - RSV 1000 R FACTORY
34
BRANDSTOF
HOUD BRANDSTOF UIT DE BUURT
VAN KINDEREN.
Gebruik alleen loodvrije superbenzine, met
e e n m i n i m u m o c t a a n g e t a l v a n 9 5
(N.O.R.M.) en 85 (N.O.M.M.)
Brandstof tanken:
◆
Het dekseltje optillen (1).
◆
De sleutel (2) in de benzinedop (3) ste-
ken.
◆
De sleutel naar rechts draaien, trekken
en de brandstofdop openen.
TANKINHOUD (inclusief de reserve):
l
17,5
l
TANKRESERVE: 4,5 Ø 1
OPGELET
Geen additieven of andere stoffen aan
de brandstof toevoegen.
Als u een trechter of iets dergelijks ge-
bruikt, dient deze perfect schoon te zijn.
WAARSCHUWING
Vul de tank niet tot aan de rand; de
brandstof moet onder de onderste rand
van de vulpijp blijven (zie afbeelding).
◆
Tanken.
Na het tanken:
OPMERKING
De dop kan alleen
worden gesloten als de sleutel (2) in het
slot steekt.
◆
Druk op de dop terwijl de sleutel (2) in
het slot steekt.
WAARSCHUWING
Controleren of de dop perfect op zijn
plaats zit en gesloten is.
◆
De sleutel (2) uit het slot halen.
◆
Het dekseltje er weer op doen (1).