1
2
BOUGIES
Lees aandachtig pag. 61 (ONDERHOUD).
OPMERKING
Deze
houdswerkzaamheden dienen te worden
verdubbeld als het voertuig voor sportief rij-
den, in stoffige of regenachtige omgevin-
gen of op slechte wegen wordt gebruikt.
OPGELET
Alle bougies controleren, reinigen of
vervangen.
De bougies controleren om de 10.000 km
(6250 mijl), en vervangen om de 20.000
km (12500 mijl).
Bij sportief rijden vervangen om de 5000
km (3125 mijl).
Demonteer de bougie regelmatig om deze
te reinigen, koolstofresten te verwijderen
en eventueel te vervangen.
OPGELET
Als slechts een bougie niet meer in goe-
de conditie is, dient u ze allemaal te ver-
vangen.
Om bij de bougies te kunnen:
WAARSCHUWING
Voordat u de hierna beschreven hande-
lingen uitvoert, dient u de motor en de
uitlaat te laten afkoelen tot op omge-
vingstemperatuur om brandwonden te
voorkomen.
◆
De brandstoftank optillen, zie pag. 81
(DE BRANDSTOFTANK OPTILLEN).
OPMERKING
onder-
rust met een bougie voor elke cilinder.
De volgende inlichtingen betreffen slechts
één cilinder, maar zijn geldig voor beide.
Voor het verwijderen:
◆
Het pipetje (1) van de bougie (2) halen.
◆
Maak de voet van de bougie zorgvuldig
het voertuig is uitge-
schoon; er mogen geen sporen van vuil
achterblijven.
◆
Steek de bougiesleutel die in de kit zit op
de bougie.
◆
In de zeskant van de bougiesleutel (3)
de steeksleutel (4) van 13 mm die in de
gereedschapskit zit, steken.
◆
De bougie losdraaien en uit het tapgat
halen en zorgen dat er niets in de cilinder
valt.
gebruik en onderhoud RSV 1000 R - RSV 1000 R FACTORY
3
4
95