Poging. nr.herh.
Interval voor opnieuw
kiezen
Uitgestelde nieuwe
verzending
Toon/puls
Voorkiezen
Voorkiesnummer
Faxvoorblad
Faxkoptekst
ECM
Modemsnelheid
Handm. faxontvangers
weergeven
Faxactiviteit
Standaardinst. Scannen Bestandsformaat
Uitvoerkleur
Resolutie
Originele formaat
Dubbelzijdig scannen
Origineel inbinden
Donkerder/lichter
Scherpte
Contrast
Autom. belichting
Niveau autom. belichting
Marge boven/onder
Marge links/rechts
Marge midden
TIFF bestandsform.
Beeldcompressie
Max. e-mailformaat
Modus Bestanden
benoemen
Voornr./achternr.
Map maken
Geeft het aantal pogingen weer om het nummer te herhalen als de lijn
bezet is.
Geeft de tijdsinterval weer tussen de pogingen om het nummer te
herhalen.
Geeft de tijdsinterval weer tussen de pogingen om opnieuw te verzenden.
Geeft weer of er gebruik gemaakt wordt van kiezen met tonen of pulsen.
Geeft weer of er een voorkiesnummer gedraaid moet worden.
Geeft een voorkiesnummer weer. Dit nummer wordt gedraaid voordat
eventuele automatische nummers worden gedraaid. Dit is nuttig voor
toegang tot de PABX-telefooncentrale.
Geeft weer of er een schutblad toegevoegd moet worden aan faxen.
Geeft weer of de informatie van de afzender in de koptekst van een fax
afgedrukt moet worden.
Geeft weer of de foutcorrectiemodus (ECM) is ingeschakeld.
Geeft de modemsnelheid weer.
Geeft weer of het faxnummer van de ontvanger moet worden
weergegeven op het scherm Fax verzenden wanneer u een fax handmatig
verstuurt.
Geeft weer of er na elke 50 binnenkomende en uitgaande faxberichten
een automatisch activiteitenrapport moet worden afgedrukt.
Geeft het bestandsformaat weer waarin gescande documenten moeten
worden opgeslagen.
Geeft weer of gescand moet worden in kleur of in zwart/wit.
Geeft de standaardresolutie bij het scannen weer.
Geeft de papierformaatinstelling van het origineel weer.
Geeft weer of beide kanten van een document moeten worden gescand.
Geeft de inbindpositie voor het dubbelzijdig scannen weer.
Geeft de standaardwaarde van de helderheid van een scan weer.
Geeft de standaardwaarde voor de scherpte weer.
Geeft de standaardwaarde voor het contrast weer.
Geeft weer of de achtergrond van het origineel onderdrukt moet worden
om de tekst op een scan beter uit te laten komen.
Geeft het onderdrukkingsniveau voor de achtergrond weer.
Geeft de waarde van de boven- en ondermarges weer.
Geeft de waarde van de linker- en rechterkantlijn weer.
Geeft de waarde van de middenmarge weer.
Geeft het geselecteerde TIFF-bestandsformaat weer, TIFF V6 of TTN2.
Geeft het niveau van beeldcompressie weer.
Geeft de maximale grootte van een te versturen e-mail weer.
Toont de modus die gebruikt wordt om een naam toe te kennen aan
gescande documenten.
Toont de tekenreeks die toegevoegd zal worden aan de bestandsnaam.
Toont de map waarin gescande documenten moeten worden opgeslagen.
Dell™ Printer Configuration Web Tool
153