S T O R I N G S C O D E S
Storingscode
Storingsmelding op
display
E91
Bovenste blazer gas niet
op snelheid
E92
Communicatiefout CB
reageert niet correct
E94
Communicatiestoring, TO
interfacebord
E100
Eén of meer
onderhoudsherinneringen
zijn verlopen.
E101
Storing kap zonder
ventilator — geen druk
E102
Storing kap zonder
ventilator — fi lters niet
aanwezig
E103
Optiebord verstuurt
schakelaarinstelling niet
E104
Optiebord communiceert
niet
E105
Geen of lage waterdruk
E106
Storing afvoerpomp boiler Hall- of rotatiesensor stuurt
COMBITHERM® CT PROFORMANCE™ SERIE • STAP-VOOR-STAP PROCEDURES • MN-35948 • 58.
P R O B L E M E N O P L O S S E N
Beschrijving van storing
Snelheid is te laag.
Twaalf (12) maal geen reactie
van het relaisbord (CB) op
het displaybord (IB).
Geen signaaloverdracht
gedurende meer dan
5 seconden tussen
interfacebord (IB) en
regelbord (CB).
Als een
onderhoudsherinnering is
verlopen zonder dat er actie
ondernomen is door de
bediener.
Als de voedingschakelaar
of de drukschakelaar niet
gesloten is.
Als de schakelaars van de
luchtfi lters niet gesloten zijn.
OB communiceert
schakelaarinstellingen niet
naar CB.
Optiebord communiceert
niet met CB.
Waterdrukschakelaar niet
geactiveerd.
geen signaal naar relaisbord
Mogelijke oorzaak
— Voedingskabel is niet aangesloten op
blazermotor.
— Kabel snelheidsregeling is niet aangesloten op
blazermotor.
— Motor blazer vergrendeld, draaien geblokkeerd
of motor is defect.
— Defect regelpaneel.
— Controleer de hieronder genoemde
kabelverbindingen.
— CAN-kabel defect.
— Relaisbord, laagspanning, connector defect.
— Connector displaybord defect.
— Controleer de hieronder genoemde
kabelverbindingen.
— CAN-kabel defect.
— Relaisbord, laagspanning, connector defect.
— Connector displaybord defect.
—
Ga naar het scherm met de
onderhoudsherinneringen, regel de actie die
verlopen is en voer een reset uit.
— Controleer of de voedingsschakelaar aan is.
— Controleer of de ventilatormotor in de juiste
richting draait.
— Drukschakelaar is verkeerd bedraad of defect.
— Filter(s) moet(en) worden schongemaakt of
vervangen.
— Controleer of de fi lters zijn geïnstalleerd en
correct zijn geplaatst.
— Controleer of de fi lterschakelaars niet
beschadigd, defect of verplaatst zijn.
— Controleer CAN-kalenaansluiting tussen OB en
CB.
— Zorg ervoor dat CB-dipswithc is ingesteld op
tonen OB.
— Incompatibele OB— en CB-software (update
software).
— OB defect.
— CB defect.
— Controleer CAN-verbinding optiebord bij CB en
OB.
— OB defect.
— CB defect.
— Watertoevoer niet aangesloten.
— Watertoevoer is afgesloten.
— Watertoevoer naar eenheid vergrendeld of
geblokkeerd.
— Drukschakelaar defect of niet goed bedraad.
— Motor afvoerpomp loopt niet of is defect.
— Hall-sensor kapot of incorrect bedraad.
— Motor onjuist bedraad.
wordt vervolgd op de volgende pagina