SYSTEM MONITOR V2.0
Kalibratie CAL2 System Monitor
Vermenigvuldigingsfactor
vermenigvuldigingsfactor kan worden gebruikt om de pitotsnelheid overeen
te doen komen met de snelheid die op het GPS (globaal
positioneringssysteem) of een radarpistool wordt gemeten. Druk op de
knop
om veranderen te kiezen.
Druk op de knop
gaan.
Frequentie–instelling schoepenwielsnelheidssensor: De frequentie
kan worden veranderd zodat deze overeenkomt met de eisen van andere
sensoren. De frequentie van de door Mercury Marine geleverde
schoepenwielsnelheidssensor is 4,9 (Hz/mijl).
Druk op de knop
gaan.
Er zijn drie methoden om de functie voor het bewaken van
het brandstoftankpeil door de System Monitor in te stellen:
Eerste: Doe niets. Lineaire waarde gebaseerd op onverwerkte
sensorwaarden. Deze mode houdt geen rekening met onregelmatig
gevormde tanks.
Tweede: Door de tankkalibratieprocedure te volgen, zoals beschreven op
pagina 18–21, maar zonder daadwerkelijk brandstof toe te voegen. De
System Monitor levert een geschatte bereikwaarde, gebaseerd op de
lineaire interpolatie van de sensorbereikwaarden. Deze mode houdt geen
rekening met onregelmatig gevormde tanks.
Derde: Als u de tankkalibratieprocedure volledig volgt, zoals beschreven
op pagina 18–21, geeft de System Monitor een geschatte bereikwaarde
weer die rekening houdt met de vorm van de tank.
pitotwaterdruksensor
om dit op te slaan en naar de volgende functie te
Miles
om dit op te slaan en naar de volgende functie te
17
(1.XX):
Deze