Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Regeling Voor Langzaam Varen; Master Reset; Verklarende Woordenlijst - Mercury Marine SC1000 SYSTEM TACH Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

VERKLARENDE WOORDENLIJST

Cal1 – Het eerste kalibratieniveau. Behandelt hoofdzakelijk het aan– en
uitzetten van schermen.
Cal2 – Het tweede kalibratieniveau. Behandelt hoofdzakelijk de
configuraties van externe sensors.
Kalibratiemodes – Schermen waarop u de meterconfiguraties kunt
veranderen om aan de vaarbehoeften te voldoen.
CONF – betekent dat een andere meter van het systeem bezig is met
"configureren" zodat deze meter wacht met inschakelen.
Gegevensbus – verwijst naar de gegevenscommunicatieverbinding
tussen de computer en de instrumenten van de motor.
Display terugstellen – stelt het meterdisplay na een tocht terug naar
nul. Verwar dit niet met "Master Reset".
DDT – Digitale diagnosetester: wordt gebruikt om motorstoringen vast te
stellen en om motorlocaties in te stellen.
STANDAARD – de meter terugbrengen naar de fabrieksinstellingen.
(Zie "Master Reset")
ECM – Motorbedieningsmodule: De computer die de motor stuurt.
Motorbewakingssysteem – zet de motor uit of beperkt het
motorvermogen tijdens een storing om motorschade te voorkomen.
Brandstof reset – stelt het meterdisplay voor verbruikte brandstof na
een tocht terug op nul. Verwar dit niet met "Master Reset".
Verlichtingsknop – wordt gebruikt om de verlichting van de System
Monitor in te schakelen. Wordt ook gebruikt als een keuzetoets bij
systeemkalibratie.
Modeknop – wordt gebruikt om de informatieschermen te doorlopen.
Wordt ook gebruikt als een "Enter"–toets tijdens kalibraties.
Master Reset – wist alle opgeslagen gegevens en brengt de eenheid
naar de standaardinstellingen van de fabriek terug.
Pitot – Snelheidssensor die met behulp van waterdruk de vaarsnelheid
bepaalt, gebaseerd op het "Pitot"–principe.
Quicksilver apparatuur – wordt gebruikt om motorstoringen vast te
stellen en de motorlocaties in te stellen.
Bereik – Een display dat de berekende afstand weergeeft die kan
worden afgelegd op grond van de huidige snelheid en het
brandstofverbruik.
Troll – /Troll + – Met behulp van deze knoppen kunt u de instellingen in
de regeling voor langzaam varen verhogen of verlagen. Met deze
knoppen krijgt u ook toegang tot de "regelmode voor langzaam varen".
Deze knoppen worden ook gebruikt als keuzetoetsen bij het kalibreren.
Regeling voor langzaam varen – zorgt dat de boot met een constante
snelheid vaart. Voor gebruik bij langzaam varen.
51

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sc1000 system speedSc1000 system monitor

Inhoudsopgave