Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

SYSTEM TACH EN SPEED
Toerenteller
Snelheidsmeter
3
4
40
30
50
2
5
20
60
6
1
10
70
0
7
0
80

WERKING EN FUNCTIES

Opstarten: Elke meter wordt ingeschakeld wanneer het contactslot naar
de stand Aan wordt gedraaid. De meters blijven aan zo lang het contactslot
in de stand Aan is.
Wanneer de meter voor de eerste keer wordt ingeschakeld of na een
"Master Reset" verschijnt "Auto detect" op de meter. Wanneer u op de knop
Mode drukt, bepaalt de meter automatisch het motortype. Hierdoor worden
de gegevensbewakingsschermen overeenkomstig ingesteld. Het is de
bedoeling om de eerste instelling te vereenvoudigen. Als de meter de
waarschuwing "No Starboard Engine" (Geen stuurboordmotor) of "Multiple
Engines" (Meerdere motoren) weergeeft, moet de motor op de juiste wijze
worden
geselecteerd
(bak–
en
stuurboord)
met
behulp
van
motordiagnoseapparatuur van Mercury. "Master Reset" en "Automatische
detectie" nogmaals. (Zie pagina 39 voor "Master Reset").
Verlichting: De helderheid en het contrast kunnen worden ingesteld.
MODE
Knoppen: De knop
wordt gebruikt om schermen met informatie te
selecteren. De knoppen "+" en "–" worden gebruikt voor het instellen van
het motortoerental tijdens de regeling voor langzaam varen en voor het
instellen van meterkalibraties.
Regeling voor langzaam varen: Stelt de bestuurder in staat om het
stationair toerental van de motor voor langzaam varen in te stellen zonder
de gashendel te gebruiken.
Motorbewakingssysteem: Bewaakt de kritieke sensors op de motor voor
een vroege indicatie van problemen. Het systeem reageert op een
probleem door het motortoerental te verlagen om veilig te kunnen blijven
varen.
Waarschuwingssysteem: Het systeem doet de waarschuwingshoorn
weerklinken en geeft het waarschuwingsbericht weer.
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sc1000 system speedSc1000 system monitor

Inhoudsopgave