17. WARNING MULTIPLE STARBOARD ENGINE (WAARSCHUWING
MEERDERE STUURBOORDMOTOREN) – wijst u erop dat de
instrumenten meerdere motoren als stuurboord zien.
In toepassingen met meerdere motoren moet elke motor een plaats worden
toegewezen (stuurboord, bakboord, stuurboord2 of bakboord2) met
Quicksilver diagnoseapparatuur voordat het systeem naar behoren zal
werken.
Als u een toepassing met dubbele motor hebt, moet u eerst de
bakboordmotor met Quicksilver diagnoseapparatuur programmeren.
18. OIL TEMPERATURE (OLIETEMPERATUUR) – Dit alarmbericht voor
oververhitting verschijnt en de waarschuwingshoorn begint continu te
weerklinken. Het motorbewakingssysteem begint het motorvermogen
te beperken.
19. OIL PRESSURE (OLIEDRUK) – Dit alarmbericht wordt weergegeven
en de waarschuwingshoorn begint continu te weerklinken om de
bestuurder erop te wijzen dat er onvoldoende oliedruk is.
AUTO–DETECTION
AUTOMATISCHE DETECTIE) – Een System Tach en Speed worden
standaard geleverd met het "Engine Auto–detection Screen" (het
scherm automatische motordetectie). Dit scherm laat de meter tijdens
het eerste opstarten automatisch detecteren welk motortype u gebruikt en
de meter vooraf configureren zodat hij overeenkomt met het vaartuigtype.
MASTER RESET (MASTER RESET) – Door
tegelijkertijd ongeveer 10 seconden in te drukken (totdat de staven in de
grafiek tegen elkaar "botsen"). U kunt de eenheid naar de in de fabriek
vooringestelde waarden terugstellen.
WAARSCHUWING: Na Master Reset raken alle eerder opgeslagen
gegevens verloren (voorbeeld: kalibraties, klokinstellingen en
tochtlogboeken).
ENGINE
FUNCTION
MASTER RESET
39
(MOTORFUNCTIE
TROLL
TROLL
en
–
+