Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiten Van De Collectorleidingen; Wijzigen Opvoerhoogte Collectorpomp; Extra Terugloopvat - Atag ZonneGasCombi II Installatievoorschrift

Verberg thumbnails Zie ook voor ZonneGasCombi II:
Inhoudsopgave

Advertenties

6.8 Aansluiten van de collectorleidingen

Voor het aanleggen van de leidingen van en naar de
collector gelden de volgende regels:
Alle leidingen tussen de boiler en de collector
moeten worden uitgevoerd in ø 15 mm goed-
gekeurd roodkoper leidingmateriaal.
Alle leidingen moeten vanaf de collector in
een vorstvrije ruimte op een afschot van mi-
nimaal 1 cm/m worden gemonteerd tot in het
toestel.
Houd de lengte van een leidingdeel buiten (of
door een niet vorstvrije ruimte) zo kort moge-
lijk (maximaal 1 meter) en plaats deze op een
afschot van minimaal 2 cm/m.
Tijdens normaal bedrijf kunnen de collector-
leidingen kortstondig zeer heet worden
(>120°C). De collectorleidingen dienen zorg-
vuldig geïsoleerd te worden met UV- en hitte-
bestendig isolatiemateriaal.
Houd rekening met eisen en bepalingen van
de collectorleverancier.
De leidingen mogen alleen zodanig worden aangeslo-
ten dat er geen waterslot ontstaat. Alleen dan kan de
collector goed lucht aanzuigen en vervolgens weer
leeglopen (zie figuur 7). Sluit de ingaande collector-
leiding vanaf de collectorpomp aan op de onderste
aansluiting van de collector. Stel de pomp, afhankelijk
van de opvoerhoogte, af op het juiste toerental (zie
paragraaf 6.9). Sluit de uitgaande collectorleiding aan
tussen de bovenste aansluiting van de collector en de
aansluiting van het toestel.
Indien er meerdere collectoren zijn geplaatst of de
opvoerhoogte en/of leidinglengte is meer dan 6 meter
moet een extra terugloopvat in het collectorcircuit wor-
den opgenomen (zie paragraaf 6.10).
Tevens moeten bij meerdere collectoren of grote col-
lectoroppervlakken (vanaf 5,6 m
de juiste dimensionering toegepast worden. Neem hier-
voor contact op met de collectorleverancier.
goed
fout
aansluiten collectorleidingen
) doseerventielen van
2
fout
figuur 7

6.9 Wijzigen opvoerhoogte collectorpomp

De collectorpomp is fabrieksmatig ingesteld op een
opvoerhoogte van 4 meter. Indien nodig is de opvoer-
hoogte te vergroten naar 6 meter door de draadbrug in
de aansluitkast van de collectorpomp te wijzigen (zie
figuur 8).
Opvoerhoogte 4 meter: draadbrug over 2-6
Opvoerhoogte 6 meter: draadbrug over 2-7
aansluitkast collectorpomp

6.10 Extra terugloopvat

Het collectorcircuit bevat een terugloopvat die zich in
het toestel bevindt. Dit vat dient voor het opvangen van
het water uit de collector. Achter het onderstemantel-
deel van het toestel zit een niveaukraantje voor het
controleren van het waterniveau in het collectorcircuit.
Er zijn echter situaties waarbij het noodzakelijk is een
extra terugloopvat te monteren, namelijk:
-
indien de opvoerhoogte meer is dan 6 meter en/of de
leidinglengte meer is dan opgegeven in tabel 8;
-
indien er meerdere collectoren worden toegepast.
ATAG levert voor deze situaties de volgende terugloop-
vaten:
-
5,5 liter terugloopvat, artikelnummer AL05004U
-
10 liter terugloopvat, artikelnummer AL10004U
-
15 liter terugloopvat, artikelnummer AL15004U
Bij een opvoerhoogte van meer dan 6 meter,
waarbij de maximale leidinglengte al of niet
bereikt is, moet te allen tijde een extra terug-
loopvat onder de collector worden toege-
past.
Indien alleen de hoogte tussen de onderzijde van de boiler
en de bovenzijde van de collector meer dan 6 meter
bedraagt en er geen extra collectoren worden toegepast,
moet er direct onder de collector een extra terugloopvat
van 5,5 liter (AL05004U) worden geplaatst.
Het terugloopvat moet in verticale positie en
vorstvrij worden opgesteld.
Installatievoorschrift HR ZonneGasCombi
terminal blok
figuur 8
pagina 13
II

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Hr 5003 zgc-200Hr 5005 zgc-200

Inhoudsopgave