Hierbij wordt het temperatuurverschil tussen het aan-
voer- en retourwater gecontroleerd. Tabel 3 geeft de
waterverplaatsing weer die de circulatiepomp kan leve-
ren bij de toelaatbare installatieweerstand.
Indien de installatieweerstand hoger is dan de toelaat-
bare waarde zal de pomp op maximale pompcapaciteit
gaan draaien en de belasting aanpassen totdat een,
voor de regeling acceptabel, temperatuurverschil tus-
sen aanvoer- en retourwater is bereikt.
Wanneer het temperatuurverschil hierna te groot blijft
zal het toestel zichzelf uitschakelen en wachten tot het
te grote temperatuurverschil tussen de aanvoer en de
retour weer is afgenomen.
De regeling zal, indien een onacceptabel temperatuur-
verschil wordt geconstateerd, herhaaldelijk proberen
waterstroming tot stand te brengen. Lukt dit niet, dan zal
het toestel voor de cv-installatie geblokkeerd worden.
y t
p
e
o t
e
t s
l e
y t
p
e
w
t a
p
o
m
p
/ l
H
R
5
0
0
3
Z
G
C
2 -
0
0
2
0
6 -
0
1
H
R
5
0
0
5
Z
G
C
2 -
0
0
2
0
7 -
0
2
beschikbare waterstroming op vollast
HR 5005 ZGC-200
H(m)
pompkenlijnen
r e
t s
o r
m
n i
g
o t
e
a l
a
b t
a
e r
o t
e
t s
l e
n i
s
a t
l l
t a
e i
w
e
e
s r
m
n i
h / l
k
P
a
m
b
5
1 ,
9
0
6
2
5
2
5
2
1 ,
1
3
2
6
2
0
2
0
tabel 3
HR 5003 ZGC-200
Q(m³/h)
grafiek 1
Indien de capaciteit van de toestelpomp onvoldoende
is, kan een extra externe pomp in serie met het toestel-
pomp worden geïnstalleerd. De voeding voor deze
externe circulatiepomp kan in het toestel op het aan-
sluitblok worden aangesloten, waardoor deze pomp op
dezelfde tijdstippen schakelt als de toestelpomp (zie
figuur 4).
Het maximaal opgenomen vermogen van de externe
circulatiepomp mag maximaal 220 W (1 Amp) zijn.
Ook kan worden gekozen voor een toepassing met een
open verdeler. Hierbij dient men rekening te houden dat
een grotere secundairzijdige wateropbrengst de hoogte
van de watertemperatuur kan beïnvloeden.
Het toestel is standaard voorzien van een waterfilter in de
retourleiding van het toestel. Hiermee wordt voorkomen
dat eventuele vervuiling van het CV-water in het toestel
terechtkomt.
a t
n
d
r a
0
0
*
*
Indien een externe installatiepomp in de Control Tower
aangesloten is op pos. 4, 5, 6 zal deze pomp op dezelfde
tijdstippen schakelen als de toestelpomp!
externe installatiepomp
Installatievoorschrift HR ZonneGasCombi
figuur 4
pagina 9
II