Symptoom
Oorzaak
Niet genoeg debiet
De vloeistof stroomt terug naar de aanzui-
ging over de magnetische koppeling.
Pomp maakt te veel
Pompsnelheid te hoog
lawaaiVibraties
Cavitatie
Tegendruk te hoog
Slechte uitlijning van de koppeling
Vibratie van de fundatieplaat of leidingen
Kogellagers beschadigd of versleten
Onbalans van de magnetische buitenrotor 28 • Controleer/ corrigeer de montage van de magnetische buiten-
De pomp verbruikt
Pompsnelheid te hoog
te veel stroom, of
warmt op
Slechte uitlijning van de koppeling
Viscositeit te hoog
Excessieve wrijvingsverliezen binnen in de
rotoras/lager opstelling
Snelle slijtage
Tegendruk te hoog
Vaste deeltjes in de vloeistof
Pomp loopt droog
Corrosie
Overbelasting van de
Tegendruk te hoog
motor
Viscositeit te hoog
Excessieve wrijvingsverliezen binnen in de
rotoras/lager opstelling
Rotoras loopt aan tegen het pompdeksel
A.0500.552 – IM-TGMAG/04.03 NL (01/2017)
Oplossing
21 • Controleer/ corrigeer de montage van de opstelling van de
circulatiepomp
• Controleer/ corrigeer de axiale speling van de circulatiepomp
en de achterkant van de rotor
22 • Verminder het toerental van de pomp. Indien nodig, plaats een
grotere pomp.
23 • Reduceer het hoogteverschil tussen de pomp en het aan-
zuigreservoir.
• Vergroot de diameter van de aanzuigleiding.
• Reduceer de lengte van de aanzuigleiding en pas de aanzuig-
leiding aan (gebruik zo weinig mogelijk bochten en andere
stukken).Zie eveneens hoofdstuk 3.18 Installatie.
24 • Vergroot de leidingdiameter.
• Verminder de werkdruk.
• Controleer de randapparatuur (filter, warmtewisselaar, enz.)
25 • Controleer en wijzig de uitlijning.Zie eveneens hoofdstuk 3.18
Installatie.
26 • Verzwaar de voetplaat, en/of maak de voetplaat/leidingen beter
vast.
27 • Vervang de kogellagers.
rotor op de pompas
• Controleer/ corrigeer het aanspannen van de bouten, verzeker
de bouten tegen het loskomen.
29 • Verminder het toerental van de pomp. Indien nodig, plaats een
grotere pomp.
30 • Controleer en wijzig de uitlijning.
Zie eveneens hoofdstuk 3.18 Installatie.
31 • Verhoog de axiale speling.Zie eveneens hoofdstuk 3.21 In-
structies voor onderhoud
• Verwarm de pomp.
• Verminder het toerental van de pomp.
• Vergroot de diameter van de uitlaatleiding.
32 • Controleer/ corrigeer de axiale speling van de circulatiepomp
en de achterkant van de rotor
• Controleer de axiale speling van de lageropstelling, vervang
het lager indien nodig
33 • Vergroot de leidingdiameter.
• Verminder de werkdruk.
• Controleer de randapparatuur (filter, warmtewisselaar, enz.)
34 • Filter de vloeistof.
35 • Wijzig de vloeistoftoevoer.
• Voorzie een niveauschakelaar voor de vloeistof, of een droog-
loopbeveiliging.
• Verwarm de vloeistof.
• Stop of verminder het aanzuigen van lucht.
36 • Kies andere pompmaterialen of verander de toepassingspara-
meters.
37 • Vergroot de leidingdiameter.
• Verminder de werkdruk.
• Controleer de randapparatuur (filter, warmtewisselaar, enz.)
38 • Verhoog de axiale speling.Zie eveneens hoofdstuk 3.21 In-
structies voor onderhoud
• Verwarm de pomp.
• Verminder het toerental van de pomp.
• Vergroot de diameter van de uitlaatleiding.
39 • Controleer/ corrigeer de axiale speling van de circulatiepomp
en de achterkant van de rotor
• Controleer de axiale speling van de lageropstelling, vervang
het lager indien nodig
40 • Controleer de axiale speling van de lageropstelling, vervang
het lager indien nodig
43