36
Bovendraadspanning controleren
Afb. 17: Bovendraadspanning controleren
①
①
②
③
(1) - Hulpspanelement
(2) - Hoofdspanelement
Zo controleert u de bovendraadspanning:
1.
Naai een naad en controleer de volgende punten.
Bij afwijkingen dienen de afzonderlijke spanelementen te
worden bijgesteld.
Voorspanelement
Het voorspanelement (4) houdt de draad vast als het
hoofdspanelement (2) en het hulpspanelement (1) geheel
geopend zijn.
Informatie
Bij machines met automatische draadafsnijder is het
voorspanelement (4) bepalend voor de lengte van de begindraad
voor de nieuwe naad.
2.
Stelwieltje draaien voor het voorspanelement (4)
• kortere begindraad: stelwieltje naar rechts draaien.
• langere begindraad: stelwieltje naar links draaien.
De lengte van de begindraad moet ca. 60 - 80 mm zijn.
(3) - Toets voor de draadspanning
(4) - Voorspanelement
Bedieningshandleiding 967 - 03.0 - 06/2018
Bediening
④