56
Informatie
Als de hendel voor de steekinstelling slechts licht naar beneden
wordt gedrukt, wordt de steeklengte in verhouding tot de positie-
hoek kleiner.
Staat de hendel voor de steekinstelling in het midden, bedraagt
de steeklengte 0.
Als de hendel voor de steekinstelling verder naar beneden wordt
gedrukt, wordt de steeklengte negatief en naait de machine
achteruit.
Halfautomatische afhechting
Zo voert u een halfautomatische afhechting uit:
1.
Toets voor de afhechting (1) indrukken.
Zolang de toets ingedrukt blijft, is het achteruitnaaien actief.
Halfautomatische afhechting met voetschakelaar (optioneel)
Zo voert u met de voetschakelaar een halfautomatische afhech-
ting uit:
1.
Voetschakelaar (2) intrappen.
Zolang de voetschakelaar ingetrapt blijft, is het
achteruitnaaien actief.
Volautomatische afhechting
De automatische afhechting wordt ingeschakeld met het
bedieningspaneel OP1000 (5). Voor het programmeren zie
Gebruiksaanwijzing DAC basic/classic.
Zo voert u een volautomatische afhechting uit:
1.
Activeer afhechtsteken aan begin en einde met het
bijbehorende aantal steken.
2.
Pedaal (3) intrappen.
De machine naait automatisch een afhechtsteek aan het
begin.
3.
Voor het naadeinde het pedaal (3) naar achter intrappen.
De machine naait automatisch een afhechtsteek aan het eind.
Bedieningshandleiding 967 - 03.0 - 06/2018
Bediening