1.5 Opstarten
Nadat u de SIM-kaart en batterij hebt geplaatst en de batterij hebt
opgeladen, kunt u het toestel inschakelen en gebruiken.
Het toestel in- en uitschakelen
Inschakelen
1.
Houd de AAN/UIT-toets enkele seconden ingedrukt.
2.
Wanneer u het toestel voor de eerste keer inschakelt vertelt de
Snel Starten Wizard hoe u lokale instellingen, datum en tijd en
een wachtwoord kunt instellen. Zie ook hoofdstuk 1 voor meer
informatie over deze instellingen. Nadat de Snel Starten Wizard is
voltooid, installeert het toestel de aangepaste instellingen en start
opnieuw op.
Opmerking
Uitschakelen
1.
Houd de AAN/UIT-toets enkele seconden ingedrukt.
2.
Tik op Ja wanneer een bericht verschijnt met de vraag of u het toestel
volledig wilt uitschakelen of niet.
De instellingen van de gegevensverbinding automatisch
configureren
De eerste keer dat u het toestel inschakelt, ziet u
een melding van Verbindingsinstelling op het
scherm. Verbindingsinstelling kan automatisch
de gegevensverbindingen, zoals G/GPS, WAP en
MMS van het toestel configureren, zodat u deze
instellingen niet handmatig in het toestel hoeft
in te voeren.
Gegevensverbindingen automatisch
configureren
1.
Zodra u de melding van
Verbindingsinstelling ziet, tikt u op Ja.
N adat het toestel opnieuw is opgestart, wordt u wellicht gevraagd
een e-mailaccount aan te maken. Raadpleeg hoofdstuk voor
informatie over het aanmaken van een e-mailaccount.
Aan de slag