De identieke Preamp (voorversterker) instellingen in alle
Patches gebruiken (Preamp Mode)
Bij de GT-10B kunt u een preamp (voorversterker) instellen voor algemeen gebruik in alle Patches, waardoor u instellingen kunt
realiseren voor drie preamp typen.
Dit zorgt voor een effect dat u altijd het geluid van dezelfde basversterker geeft, ongeacht de Patches die u instelt.
Gebruik van de preamp van het systeem
SYSTEM
Het SYSTEM MENU scherm verschijnt.
1.
Selecteer PLAY OPTION.
2.
Het PLAY OPTION scherm verschijnt.
3.
Verplaats de cursor naar Preamp Mode.
4.
Selecteer de waarde van de Preamp Mode parameter die u wilt in-
5.
stellen.
Waarde
Uitleg
De preamp instelling van de Patch wordt gebruikt. Hierdoor kunt u in elke afzonderlijke Patch verschillende
Patch
preamp instellingen gebruiken.
De preamp instelling van het systeem wordt gebruikt. Hiermee worden dezelfde preamp instellingen op alle
Patches toegepast.
System1–3
Wanneer u op EZ TONE [CREATE] drukt, wordt de Preamp Mode automatisch op Patch gezet.
De preamp van het systeem instellen
Wanneer de Preamp Mode System 1 t/m System 3 is, wordt de veranderde preamp instelling opgeslagen als de preamp instelling
van het systeem.
Telkens als de instellingen worden veranderd, worden de opgeslagen data weer bijgewerkt.
Hoofdstuk 5 Globale instellingen realiseren
73