❏ De rand van het papier (4 mm vanaf de horizontale en verticale papiereinden) wordt mogelijk niet
bedrukt.
1. Zorg ervoor dat de printer ingeschakeld is en dat er papier is geladen. Zie "Papier in de printer
plaatsen" op pagina 34 voor informatie over het laden van papier.
2. Druk op de Kopiëren-toets.
3. Plaats het origineel ofwel op de glasplaat of in de automatische documenttoevoer. Zie
"Instellingen voor originelen" op pagina 49 voor details over het instellen van het origineel.
4. Specificeer het aantal kopieën met behulp van het numerieke toetsenbord op het
bedieningspaneel.
5. Druk enkele keren op de l- of r-toets om het tabblad Basic Setting (Basisinstell.) te
selecteren en druk op de F1-toets.
6. Selecteer de papierbron met behulp van de u- of d-toets en druk op OK.
Opmerking:
Wanneer de MP-lade is geselecteerd, specificeert u het papierformaat en -type in het menu MP Tray
Settings (Instellingen MP-lade).
7. Druk op de Start-toets.
De printer start met kopiëren.
Opmerking:
❏ Om een kopieertaak te annuleren, drukt u tijdens het kopiëren van een document op de
Stop-toets op het bedieningspaneel en drukt dan op de F3-toets.
❏ Schakel tijdens het kopiëren het apparaat niet uit en druk niet op een knop voor een andere
modus, omdat anders het kopiëren mogelijk onjuist uitgevoerd wordt.
Epson AcuLaser MX21/MX20 Series
Gebruikershandleiding
Kopiëren
121