Hoofdstuk 7
Via het bedieningspaneel
Een modus selecteren
U kunt deze printer gebruiken als printer, kopieermachine, faxmachine en scanner. Wanneer de
printer is ingeschakeld, gaat hij automatisch naar de Kopiëren-modus (standaardinstelling). Selecteer
voor het gebruik van een van deze functies de gewenste functie door op de betreffende Modus-toets
op het bedieningspaneel te drukken. Na het selecteren van de modus, verschijnt het hoofdscherm van
de modus in het LCD-scherm.
Er bevinden zich drie Modus-toetsen (DN-model) of vier Modus-toetsen (DNF-model) op het
bedieningspaneel waarmee u tussen de modi kunt schakelen: Kopiëren-modus, Scannen-modus,
Afdrukken-modus en Fax-modus (alleen DNF-model). Daarnaast kunt u ook de Instellingen-toets
gebruiken voor verschillende instellingen van deze printer. Zie "Het menu van het bedieningspaneel
gebruiken" op pagina 147 voor details over het menu.
DN-model
DNF-model
Opmerking:
❏ De faxfunctie is alleen beschikbaar in het DNF-model.
❏ U kunt de modus waar de printer na het opstarten naar toe gaat wijzigen in de instelling Default
Mode (Fabrieksmodus). Zie "Admin Settings (Beheerinstellingen)" op pagina 184 voor meer
informatie.
Epson AcuLaser MX21/MX20 Series
Gebruikershandleiding
Via het bedieningspaneel
146