OPMERKING
Voor latere wijzigingen of uitbreidingen van uw systeem:
Een volledig overzicht van toegelaten combinaties (voor
latere systeemuitbreiding) vindt u in de technische data en
moet worden geraadpleegd. Neem contact op met uw
installateur voor meer informatie en professioneel advies.
4.1
Systeemlay-out
a
b
c
c
d
d
f
a
Warmtepompbuitenunit
b
Koelmiddelleiding
c
VRV directe-expansiebinnenunit (DX)
d
Afstandsbediening in normale stand
e
Afstandsbediening in stand alleen alarm
f
Afstandsbediening in supervisor-stand (verplicht in
sommige situaties)
5
Gebruikersinterface
VOORZICHTIG
▪ Raak de interne delen van de controller NOOIT aan.
▪ Verwijder het voorpaneel NIET. Sommige onderdelen
in het toestel aanraken is gevaarlijk en kan problemen
met het toestel veroorzaken. Neem contact op met uw
dealer voor controle en afstelling van de interne delen.
Deze gebruiksaanwijzing geeft een niet-beperkend overzicht van de
belangrijkste functies van het systeem.
Gedetailleerde informatie over de vereiste stappen voor bepaalde
functies
vindt
u
in
de
specifieke
gebruiksaanwijzing van de binnenunit.
Raadpleeg
de
gebruiksaanwijzing
gebruikersinterface.
6
Bediening
6.1
Werkingsgebied
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en
vochtgehaltewaarden om een veilige en efficiënte werking te
verzekeren.
Koelen
Buitentemperatuur
–5~46°C droge bol
Binnentemperatuu
21~32°C droge bol
r
14~25°C natte bol
Binnenvochtigheid
(a)
Om te voorkomen dat er condens wordt gevormd en water uit de
unit druppelt. Als de temperatuur of de vochtigheid buiten deze
limieten valt, kunnen beveiligingen geactiveerd worden, waardoor
de unit mogelijk niet functioneert.
RXYSA4~6A7V/Y1B
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P600329-1A – 2020.01
b
b
c
d
e
montagehandleiding
van
de
geïnstalleerde
Verwarmen
–20~21°C droge
bol
–20~15,5°C natte
bol
15~27°C droge
bol
(a)
≤80%
6.2
Gebruik van het systeem
6.2.1
Over het gebruik van het systeem
▪ De bedieningsprocedure hangt af van de combinatie van
buitenunit en gebruikersinterface.
▪ Schakel de hoofdvoeding 6 uur vóór de inwerkingstelling in om de
unit te beschermen.
▪ Als de hoofdvoeding tijdens het gebruik wordt uitgeschakeld,
wordt de unit automatisch herstart zodra ze weer wordt
ingeschakeld.
6.2.2
Over koelen, verwarmen, alleen ventileren
en automatische werking
▪ Omschakelen is onmogelijk als op het scherm van de
gebruikersinterface
besturing"
staat
gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface).
▪ Wanneer
"omschakeling onder gecentraliseerde besturing"
op het display knippert, zie
instellen" [ 4 19].
▪ De ventilator kan mogelijk nog ongeveer 1 minuut blijven draaien
nadat het verwarmen is beëindigd.
▪ De luchtstroomsnelheid kan zich automatisch aanpassen aan de
kamertemperatuur of de ventilator kan onmiddellijk stoppen. Dit is
echter geen storing.
6.2.3
Over verwarmen
Het kan langer duren voor de ingestelde temperatuur wordt bereikt
voor algemeen verwarmen dan voor koelen.
De volgende stappen worden uitgevoerd om te voorkomen dat de
verwarmingscapaciteit afneemt of dat koude lucht wordt uitgeblazen.
Ontdooien
Bij het verwarmen bevriest de luchtgekoelde warmtewisselaar van
de buitenunit hoe langer, hoe meer, zodat steeds minder energie
kan worden overgebracht naar de warmtewisselaar van de
en
buitenunit. De verwarmingscapaciteit neemt af en het systeem moet
ontdooien om het ijs van de spiraal van de buitenunit te kunnen
verwijderen. Tijdens het ontdooien neemt de verwarmingscapaciteit
aan de binnenunitzijde tijdelijk af tot het ontdooien beëindigd is. Na
het
ontdooien
krijgt
verwarmingscapaciteit.
De
ventilator
van
koelmiddelcyclus wordt omgekeerd en energie van in het gebouw
wordt gebruikt om de warmtewisselaar van de buitenunit te
ontdooien.
De ontdooistand wordt aangegeven met
binnenunit.
Warme start
Om te voorkomen dat bij het begin van verwarmen koude lucht uit
een
binnenunit
wordt
automatisch stilgelegd. Op het display van de gebruikersinterface
wordt
aangegeven. Het kan even duren voordat de ventilator
begint te werken. Dit is echter geen storing.
6.2.4
Gebruik van het systeem (ZONDER
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening)
1 Druk meermaals op de keuzeknop voor de bedrijfsstand op de
gebruikersinterface en selecteer de gewenste bedrijfsstand.
Koelen
5 Gebruikersinterface
"omschakeling onder gecentraliseerde
(zie
de
montagehandleiding
"6.5.1 Over master-gebruikersinterface
de
unit
weer
haar
de
binnenunit
wordt
stilgelegd,
op het display van de
geblazen,
wordt
de
binnenventilator
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
en
volledige
de
17