13 Installatie van de leidingen
13.2.3
Koelmiddelaftakset aansluiten
Raadpleeg de bij de set geleverde montagehandleiding voor de
installatie van de koelmiddelaftakset.
▪ Monteer de refnet-verbinding zodat ze horizontaal of verticaal
aftakt.
▪ Monteer de refnet-verdeler zodat hij horizontaal aftakt.
b
a
A
a
B
a
Horizontaal oppervlak
b
Refnet-verbinding verticaal gemonteerd
c
Refnet-verbinding horizontaal gemonteerd
13.3
De koelmiddelleiding controleren
13.3.1
Koelmiddelleiding controleren: Opstelling
p <
p >
A
B
a
d
N2
R32
b
c
e
a
Reduceerklep
b
Stikstof
c
Weegschaal
d
Fles R32-koelmiddel (hevelsysteem)
e
Vacuümpomp
f
Afsluiter vloeistofleiding
g
Afsluiter gasleiding
A
Klep A
B
Klep B
C
Klep C
Klep
Klep A
Klep B
Klep C
Afsluiter vloeistofleiding
Afsluiter gasleiding
OPMERKING
Controleer de binnenunits ook op lekken en op vacuüm.
Houd eventuele (lokaal voorziene) kleppen van lokale
leidingen ook open.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
30
c
g
f
C
Stand van de klep
Open
Open
Open
Gesloten
Gesloten
13.3.2
Lektest uitvoeren
Op lekken controleren: Vacuümlektest
1 Vacumeer het systeem aan de vloeistof- en gasleiding
gedurende meer dan 2 uur tot – 1 00,7 kPa (– 1 ,007 bar) (5 Torr
absoluut).
2 Schakel de vacuümpomp uit zodra de waarde is bereikt en
controleer of de druk minstens 1 minuut niet stijgt.
3 Als de druk stijgt, dan bestaat de mogelijk dat in het systeem
vocht aanwezig is (zie vacuüm drogen onder) of dat het
systeem een lekkage heeft.
Op lekken controleren: Druklektest
1 Test
op
lekken
met
leidingverbindingen.
2 Verwijder alle stikstofgas.
3 Breek het vacuüm door het onder druk te brengen met
stikstofgas tot een minimum meterdruk van 0,2 MPa (2 bar).
Stel de meterdruk nooit in op een waarde die groter is dan de
maximum bedrijfsdruk van de unit, d.w.z. 3,52 MPa (35,2 bar).
OPMERKING
Gebruik een aanbevolen bellentestoplossing van bij uw
groothandelaar. Gebruik geen zeepwater want hierdoor
kunnen de flaremoeren breken (zeepwater kan immers
zout bevatten en zout absorbeert vocht dat kan bevriezen
als de leidingen afkoelen), en bovendien kunnen de
flareverbindingen erdoor gaan corroderen (want zeepwater
kan ammonia bevatten dat zorgt voor een corrosief effect
tussen de messing flaremoer en de koperen flare).
13.3.3
Vacuümdrogen
Ga als volgt te werk om al het vocht uit het systeem te verwijderen:
1 Vacumeer het systeem minstens 2 uur tot een streefwaarde
van – 1 00,7 kPa (– 1 ,007 bar) (5 Torr absoluut).
2 Controleer of de streefwaarde van het vacuüm minstens 1 uur
behouden blijft nadat de vacuümpomp is uitgeschakeld.
3 Als de streefwaarde niet binnen de 2 uur wordt bereikt of niet 1
uur behouden blijft, bevat het systeem mogelijk te veel vocht.
Breek in dat geval het vacuüm met stikstofgas tot een
meterdruk van 0,05 MPa (0,5 bar) en herhaal stap 1 tot 3 tot
alle vocht verwijderd is.
4 Afhankelijk van of u meteen koelmiddel wil vullen via de
koelmiddelvulpoort of eerst een deel koelmiddel vooraf wil
vullen via de vloeistofleiding, opent u de afsluiters van de
buitenunit of laat u ze dicht. Zie
voor meer informatie.
13.3.4
Controleren op lekken na vullen van
koelmiddel
Na het vullen van koelmiddel in het systeem moet een extra lektest
worden uitgevoerd. Zie
"14.6 Controleren op koelmiddellekken na
vullen" [ 4 33].
het
een
bellentestoplossing
op
vullen" [ 4 31]
"14.3 Koelmiddel
RXYSA4~6A7V/Y1B
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P600329-1A – 2020.01
alle