Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Echoloodalarmen; Geavanceerde Echoloodinstellingen; Instellingen Voor Installatie Van Transducer; Echoloodfrequenties - Garmin echoMAP CHIRP 40 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor echoMAP CHIRP 40 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Echoloodalarmen

OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op alle
transducers.
Selecteer MENU > Echoloodinstelling > Alarmen in een
geschikte echoloodweergave.
U kunt de echoloodalarmen ook openen door Instellingen >
Alarmen > Echolood te selecteren.
Ondiep water: Hiermee stelt u een alarm in dat afgaat als de
diepte onder de opgegeven waarde komt.
Diep water: Hiermee stelt u een alarm in dat afgaat als de
diepte boven de opgegeven waarde komt.
FrontVü alarm: Hiermee stelt u een alarm in dat afgaat als de
diepte aan de voorkant van het vaartuig minder is dan de
gespecificeerde waarde. U voorkomt zo dat u strandt
FrontVü dieptealarm instellen, pagina
alleen beschikbaar met Panoptix FrontVü transducers.
Watertemperatuur: Hiermee stelt u een alarm in dat afgaat als
de transducer een temperatuur doorgeeft die 2°F (1,1°C)
hoger of lager is dan de opgegeven temperatuur.
Contour: Hiermee kunt u opgeven dat er een alarm moet
afgaan als het toestel een zwevend doel detecteert in de
opgegeven diepte vanaf het wateroppervlak en vanaf de
bodem.
Vis: Hiermee kunt u een geluidsalarm instellen voor als het
toestel een zwevend doel detecteert.
laat het alarm afgaan wanneer vissen van elke
grootte worden gedetecteerd.
laat het alarm alleen afgaan wanneer middelgrote of
grote vissen worden gedetecteerd.
laat het alarm alleen afgaan wanneer grote vissen
worden gedetecteerd.

Geavanceerde echoloodinstellingen

OPMERKING: Niet alle opties en instellingen zijn van
toepassing op alle modellen, echoloodmodules en transducers.
Selecteer in een echoloodweergave MENU >
Echoloodinstelling > Geavanceerd.
Interferentie: Hiermee past u de gevoeligheid aan om de
gevolgen van interferentie door ruis veroorzakende bronnen
in de buurt te verminderen.
Gebruik de laagste interferentie-instelling waarmee de
gewenste verbetering kan worden bereikt, om interferentie
van het scherm te verwijderen. U kunt interferentie het beste
verwijderen door de installatieproblemen op te lossen die de
ruis veroorzaken.
Oppervlakteruis: Hiermee verbergt u oppervlakteruis om de
weergave overzichtelijker te maken. Met bredere bundels
(lagere frequenties) geeft u misschien meer doelen weer,
maar genereert u ook meer oppervlakteruis.
Kleurversterking: Zie
Het detailniveau aanpassen, pagina
TVG: Hiermee past u de weergave van signalen aan om
zwakkere echoloodsignalen in dieper water te compenseren.
Bovendien beperkt u hiermee de weergave van ruis aan de
oppervlakte. Wanneer u de waarde van deze instelling
verhoogt, worden de kleuren die zijn gekoppeld aan een laag
ruisniveau en vissen consistenter weergegeven in
verschillende waterdiepten. Met deze instelling beperkt u ook
de ruis aan de oppervlakte van het water.

Instellingen voor installatie van transducer

OPMERKING: Niet alle opties en instellingen zijn van
toepassing op alle modellen, echoloodmodules en transducers.
Selecteer in een echoloodweergave MENU >
Echoloodinstelling > Installatie.
Herstel echoloodstand.: Hiermee herstelt u de
fabrieksinstellingen van de echoloodweergave.
22
(Het
23). Dit alarm is
20.
Transducertype: Hiermee kunt u het type transducer selecteren
dat op het toestel is aangesloten.
Shift: Hiermee stelt u het dieptebereik voor de echo in. Op deze
manier kunt u inzoomen op een gebied binnen de
geselecteerde diepte.
L/R spiegelen: Hiermee wijzigt u de oriëntatie van de SideVü
echoloodweergave wanneer de transducer achterstevoren is
geïnstalleerd.
Gespiegeld: Hiermee stelt u de oriëntatie van de Panoptix
echoloodweergave in als de transducer is geïnstalleerd met
de kabels richting de bakboordzijde van de boot.
Straalbreedte: Hiermee stelt u de breedte van de Panoptix
transducerstraal in.
Met een smalle straalbreedte kunt u dieper en verder kijken.
Met bredere straalbreedten kunt u meer dekkingsgebieden
zien.
Gebruik AHRS: De interne sensors van het Attitude Heading &
Reference System (AHRS) detecteren de installatiehoek van
de Panoptix transducer. Als deze instelling is uitgeschakeld,
wordt aangenomen dat de transducer is bevestigd onder een
hoek van 45 graden.

Echoloodfrequenties

OPMERKING: De beschikbare frequenties zijn afhankelijk van
de gebruikte kaartplotter, echoloodmodules en transducer.
Door de frequentie in te stellen, past u het echolood aan voor
uw specifieke doel en de aanwezige waterdiepte.
Hogere frequenties maken gebruik van smallere bundels en zijn
daarom beter voor snelle weergave en bij een ruwe zee. De
weergave van bodem en thermoclines (inversielagen) kan beter
zijn wanneer u een hogere frequentie gebruikt.
Lagere frequenties maken gebruik van bredere bundels, die de
visser meer doelen laten zien, maar kunnen ook meer
oppervlakteruis genereren en de continuïteit van bodemsignalen
verslechteren bij een ruwe zee. Bredere bundels genereren
grotere visbogen, waardoor ze ideaal zijn voor het opsporen van
vis. Bredere bundels werken ook beter in diep water, omdat de
lagere frequentie beter doordringt in diep water.
Met CHIRP frequenties kunt u elke puls een reeks frequenties
laten doorlopen voor een betere scheiding van doelen in diep
water. U kunt CHIRP gebruiken om doelen, zoals vissen in een
school, te onderscheiden en voor toepassing in diep water.
CHIRP presteert over het algemeen beter dan toepassingen met
één enkelvoudige frequentie. Omdat sommige vissen beter
worden weergegeven met een vaste frequentie, moet u rekening
houden met uw doelstellingen en met de wateromstandigheden
wanneer u CHIRP frequenties gebruikt.
Met sommige black-box echoloden en transducers kunt u ook
vooraf ingestelde frequenties aanpassen voor elk
transducerelement. Dit betekent dat u de frequentie met behulp
van de voorinstellingen snel kunt wijzigen wanneer de
wateromstandigheden en uw doelstellingen veranderen.
Wanneer u twee frequenties tegelijk gebruikt in de gesplitste
frequentieweergave, kunt u dieper kijken met de lagere
frequentie en tegelijkertijd meer details zien met de hogere
frequentie.
Frequenties selecteren
OPMERKING: U kunt niet de frequentie voor alle
echoloodweergaven en transducers aanpassen.
U kunt opgeven welke frequenties in het echoloodscherm
worden weergegeven.
1
Selecteer in een echoloodweergave MENU > Frequentie.
2
Selecteer een frequentie die is afgestemd op uw behoeften
en waterdiepte.
Zie
Echoloodfrequenties, pagina 22
over frequenties.
voor meer informatie
Echolood

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave