1
Selecteer vanaf de windmeter MENU > Kompasmeter >
Bron van koers.
2
Selecteer GPS-koers of Magnetisch.
OPMERKING: Wanneer u langzaam of niet beweegt, is de
magnetische kompasbron nauwkeuriger dan de GPS-bron.
De close hauled-windmeter aanpassen
U kunt het bereik van de close hauled-windmeter voor zowel de
schaal Wind tegen als de schaal Wind mee opgeven.
1
Selecteer vanaf de windmeter MENU > Kompasmeter > Stel
metertype in > Close hauled-meter.
2
Selecteer een optie:
• Als u de maximum- en minimumwaarden wilt instellen die
verschijnen als de close hauled-windmeter voor wind
tegen wordt weergegeven, selecteert u Wijzig schaal
wind tegen en stelt u de hoeken in.
• Als u de maximum- en minimumwaarden wilt instellen die
verschijnen als de close hauled-windmeter voor wind mee
wordt weergegeven, selecteert u Wijzig schaal wind mee
en stelt u de hoeken in.
• Als u de ware of schijnbare wind wilt weergeven,
selecteert u Wind en daarna een optie.
Informatie over getijden, stromingen
en zon en maan
Informatie van getijdenstation
Het scherm Getijden verschaft informatie over een
getijdenstation voor een specifieke datum en tijd, zoals de
vloedhoogte en de eb- en vloedtijden. De kaartplotter toont
standaard de getijde-informatie van het laatst weergegeven
getijdenstation, de huidige datum en afgelopen uur.
Selecteer Navigatie-info > Getijden & strom. > Getijde-
informatie.
Informatie van stromingenstation
OPMERKING: Er is actuele informatie van stations beschikbaar
bij bepaalde gedetailleerde kaarten.
U kunt informatie van een stromingenstation voor een bepaalde
datum en tijd weergeven, inclusief de huidige stroomsnelheid en
het stroomniveau. Standaard toont de kaartplotter informatie
voor het laatst weergegeven stromingenstation en de huidige
datum en tijd.
Selecteer Navigatie-info > Getijden & strom. > Stromen.
Zon- en maanstanden
U kunt informatie over het opkomen/ondergaan van de zon en
de maan en de maanfasen weergeven, en bij benadering de
positie van de zon en de maan. Het midden van het scherm stelt
de hemel boven u voor en de buitenste cirkels stellen de horizon
voor. Standaard geeft de kaartplotter informatie over de zon- en
maanstanden van de huidige dag en tijd weer.
Selecteer Navigatie-info > Getijden & strom. > Zon en maan.
Gegevens van getijdenstation, stromingen-
station of zon- en maanstanden voor een
andere datum weergeven
1
Selecteer Navigatie-info > Getijden & strom..
2
Selecteer Getijde-informatie, Stromen, of Zon en maan.
3
Selecteer een optie.
• Als u informatie voor een andere datum wilt weergeven,
selecteert u Wijzig datum > Handmatig en voert u een
datum in.
Informatie over getijden, stromingen en zon en maan
• Als u informatie voor vandaag wilt weergeven, selecteert u
Wijzig datum > Huidig.
• Als u, indien beschikbaar, informatie voor de dag na de
weergeven datum wilt bekijken, selecteert u Volgende
dag.
• Als u, indien beschikbaar, informatie voor de dag vóór de
weergeven datum wilt bekijken, selecteert u Vorige dag.
Informatie van een ander getijden- of stro-
mingenstation weergeven
1
Selecteer Navigatie-info > Getijden & strom..
2
Selecteer Getijde-informatie of Stromen.
3
Selecteer Nabije stations.
4
Selecteer een station.
Digital Selective Calling (DSC)
Kaartplotter en NMEA 0183 marifoonfunctio-
naliteit
Als uw kaartplotter is verbonden met een NMEA 0183 marifoon,
zijn deze functies actief.
• De kaartplotter kan uw GPS-positie doorsturen naar uw
marifoon. De GPS-positie-informatie wordt tegelijk met de
DSC-oproepen verzonden als uw marifoon daartoe
ondersteuning biedt.
• De kaartplotter kan DSC (Digital Selective Calling)-
noodoproepen en positiegegevens ontvangen van de
marifoon.
• De kaartplotter kan de posities bijhouden van schepen die
positierapporten verzenden.
DSC inschakelen
Selecteer Instellingen > Overige schepen > DSC.
DSC-lijst
De DSC-lijst is een overzicht van de meest recente DSC-
oproepen en andere DSC-contactpersonen die u hebt
ingevoerd. De DSC-lijst kan maximaal 100 vermeldingen
bevatten. De DSC-lijst geeft de meest recente oproepen weer
die vanaf een boot zijn gemaakt. Wanneer een tweede oproep
van dezelfde boot wordt ontvangen, vervangt deze de eerste
oproep van deze boot in de lijst.
De DSC-lijst weergeven
U kunt de DSC-lijst alleen weergeven als de kaartplotter is
aangesloten op een marifoon die ondersteuning biedt voor DSC.
Selecteer Navigatie-info > Overige schepen > DSC-lijst.
Een DSC-contactpersoon toevoegen
U kunt een schip toevoegen aan uw DSC-lijst. U kunt oproepen
naar een DSC-contactpersoon uitvoeren vanaf de kaartplotter.
1
Selecteer Navigatie-info > Overige schepen > DSC-lijst >
Voeg contactpersoon toe.
2
Voer het MMSI-nummer (Maritime Mobile Service Identity)
van het schip in.
3
Voer de naam van het schip in.
Inkomende noodoproepen
Als uw compatibele kaartplotter en marifoon via NMEA 0183 zijn
verbonden, ontvangt u een waarschuwing van de kaartplotter
wanneer er een DSC-noodoproep over de marifoon wordt
ontvangen. Als er positiegegevens zijn verzonden bij de
noodoproep, wordt die informatie tegelijk met de oproep
opgenomen en beschikbaar gesteld.
29