●
Correctie helderheid randen en correctie chromatische aberratie
kunnen niet worden toegepast op JPEG-opnamen die al zijn
gemaakt.
●
Wanneer u een lens van een ander merk dan Canon gebruikt,
wordt het aanbevolen om de correcties in te stellen op [Uit], zelfs
als [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven.
Gebruik Digital Photo Professional ( = 152) om RAW-beelden
●
te corrigeren.
●
Er kan ruis optreden aan de randen van beelden die in bepaalde
omstandigheden worden genomen als u [Helderheid randen]
instelt op [Insch.].
●
De camera kan niet worden gebruikt om het effect van de
correctie van chromatische aberratie in RAW-beelden te
controleren. Gebruik in plaats daarvan Digital Photo Professional
( = 152) om dit te controleren.
●
Uw instellingen worden behouden, zelfs nadat u de lenzen
wisselt, maar de beelden worden niet gecorrigeerd tenzij de
camera correctiegegevens bevat voor de nieuwe lens. Als
[Correctiegeg. niet beschikbaar] wordt weergegeven in stap 2,
gebruikt u EOS Utility ( = 152) om correctiegegevens voor de
lens toe te voegen aan de camera.
●
Als het effect van de correctie niet goed zichtbaar is, vergroot u
de afbeelding en controleert u deze opnieuw.
●
De correcties worden ook toegepast wanneer er een extender of
een Life-Size Converter is bevestigd.
●
Wanneer een lens niet over afstandsinformatie beschikt, is de
mate van correctie lager.
●
De mate van correctie van de helderheid van de randen is iets
minder dan het maximum in Digital Photo Professional.
●
Hoe hoger de ISO-snelheid, hoe lager de mate van correctie
helderheid randen.
Het ruisonderdrukkingsniveau wijzigen
U kunt uit 3 niveaus van ruisonderdrukking kiezen: [Standaard], [Hoog],
[Laag]. Deze functie is met name effectief bij het maken van opnamen met
hoge ISO-snelheden.
●
Druk op de knop [
ISO-ruisreductie] op het tabblad [
kies de gewenste optie ( = 32).
Ruisonderdrukking bij meerdere opnamen
Combineer automatisch vier vastgelegde beelden tegelijkertijd voor
ruisonderdrukking met de optie [Sterk] in [Hoge ISO-ruisreductie].
1
Selecteer [
●
Voer de stappen in "Het
ruisonderdrukkingsniveau wijzigen" uit
om [
] te selecteren.
2
Maak de opname.
●
Houd de camera stil terwijl u een opname
maakt. De camera neemt vier opnamen
en combineert deze wanneer u de
ontspanknop volledig indrukt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Foto's
Films
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
], kies [Hoge
Auto-modus/Modus
4] en
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
].
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
81