6
Kopiëren
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u documenten
kopieert.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•
De papierlade selecteren
•
Kopiëren
•
De instellingen per kopie wijzigen
•
De standaardkopieerinstellingen wijzigen
•
Speciale kopieerfuncties gebruiken
•
Dubbelzijdig kopiëren
•
Time-out voor kopiëren instellen
De papierlade selecteren
Nadat u de afdrukmaterialen hebt geplaatst, selecteert u de papierlade
die u voor het kopiëren wilt gebruiken.
1
Druk op Menu totdat Systeeminst. verschijnt op de onderste regel
van het display en druk vervolgens op Enter.
2
Druk op de pijltoetsen tot Papierinstel. verschijnt en druk
vervolgens op Enter.
3
Druk op de pijltoetsen tot Papierinvoer verschijnt en druk
vervolgens op Enter.
4
Druk op Enter wanneer Kopieerlade verschijnt.
5
Druk op de pijltoetsen tot de gewenste papierlade verschijnt
en druk op Enter.
6
Druk op Stoppen/Wissen om naar de stand-bymodus terug
te keren.
Kopiëren
1
Druk op Kopiëren.
Klaar om te kop. verschijnt op de bovenste regel van het display.
2
Plaats originelen met de bedrukte zijde naar boven in de ADI
of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar beneden
op de glasplaat van de scanner.
Zie pagina 5.1 voor meer informatie over het plaatsen van originelen.
3
Geef zonodig het aantal exemplaren op met behulp van het
numerieke toetsenblok.
4
Zie pagina 6.1 voor meer informatie over het aanpassen van
kopieerinstellingen, zoals kopieerformaat, tonerdichtheid en soort
origineel, met behulp van de toetsen op het bedieningspaneel.
U kunt indien nodig gebruikmaken van speciale kopieerfuncties,
zoals het kopiëren van posters of 2 of 4 pagina's per vel kopiëren.
Zie pagina 6.2.
5
Druk op Start om het kopiëren te starten.
Opmerking
U kunt een kopieertaak annuleren terwijl deze wordt uitgevoerd.
Druk op Stoppen/Wissen om het kopiëren te stoppen.
De instellingen per kopie wijzigen
Het apparaat beschikt over standaardinstellingen voor kopiëren,
zodat u snel en gemakkelijk een kopie kunt maken. Met behulp van
de kopieerfunctietoetsen op het bedieningspaneel kunt u de opties
per kopie wijzigen.
Opmerking
Als u tijdens het instellen van de kopieeropties op
Stoppen/Wissen drukt, worden alle opties die u voor
de huidige kopieertaak hebt ingesteld, geannuleerd en
worden de standaardinstellingen hersteld. Na afloop van
een kopieerproces worden de standaardinstellingen altijd
automatisch hersteld.
Lichter/Donkerder
Als het origineel onduidelijke tekeningen of donkere afbeeldingen bevat,
kunt u de helderheid aanpassen om de kopie beter leesbaar te maken.
Druk op Lichter/Donkerder om de helderheid van de kopie aan te
passen. De volgende modi zijn beschikbaar wanneer u op de knop drukt:
• Normaal: geschikt voor normale, getypte of bedrukte originelen.
• Licht: geschikt voor donkere originelen.
• Donker: geschikt voor lichte afdrukken of onduidelijke
potloodtekeningen.
Type origineel
De instelling type origineel geeft u de mogelijkheid het soort document
te selecteren dat voor de huidige kopieertaak wordt gebruikt om op die
manier een optimale kopieerkwaliteit te realiseren.
Om het type origineel te selecteren, drukt u op Orgineeltype.
De volgende modi zijn beschikbaar wanneer u op de toets drukt:
• Tekst: gebruik deze optie voor originelen met hoofdzakelijk tekst.
• Tekst/Foto: gebruik deze optie voor originelen met tekst en foto's.
• Foto: gebruik deze optie voor foto's.
6.1
<Kopiëren>