3
Verwijder met een droge, pluisvrije doek eventueel stof en gemorste
toner in en rond het gebied voor de tonercassette.
Opgepast
Zorg dat u bij het reinigen van de binnenkant van het apparaat
de transportrol onder de tonercassette niet aanraakt. Vet van
uw vingers kan problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
4
Haal voorzichtig een witte katoenen doek over de lange glasplaat
(LSU, laserscannerunit) boven in de ruimte voor de tonercassette
om te zien of er vuil aan blijft zitten.
5
Plaats de tonercassette terug en sluit de klep aan de voorkant.
6
Steek de stekker weer in het stopcontact en zet het apparaat aan.
Scannereenheid reinigen
U krijgt de beste kopieën als u de scannereenheid schoon houdt.
Wij raden u aan om de scannereenheid aan het begin van elke dag
te reinigen. Herhaal dit indien nodig in de loop van de dag.
1
Bevochtig een niet-pluizende, zachte doek of papieren handdoekje
met een beetje water.
2
Open het deksel van de scanner.
3
Veeg de glasplaat en het glas van de automatische documentinvoer
schoon en droog ze daarna af.
1
2
1
blanco vel
2
glasplaat van de automatische documentinvoer
3
scannerdeksel
4
glasplaat van de scanner
4
Veeg de onderkant van het scannerdeksel schoon en droog deze af.
5
Sluit het deksel van de scanner.
De tonercassette onderhouden
De tonercassette bewaren
Neem de volgende richtlijnen in acht voor een optimaal resultaat:
• Haal de tonercassette pas uit de verpakking op het moment dat u deze
gaat gebruiken.
• Vul de tonercassette niet bij. Schade aan het apparaat als gevolg van
bijgevulde cassettes valt niet onder de garantie.
• Bewaar tonercassettes in dezelfde ruimte als het apparaat.
• Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen
dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht.
13.3
<Onderhoud>
3
4