indien de vergelijking of ongelijkheid die u invoerde op de rekenmachine
waar is, en "False" verschijnt wanneer deze onwaar is.
Voorbeeldbewerking Verify
Schakel Verify in een Calculate-app in voordat u onderstaande bewerking
uitvoert. Zie
"Verify inschakelen" (pagina 59)
hoe u Verify inschakelt.
Voorbeeld 1:
Bepalen of 4√9 = 12 waar of onwaar is
* U kunt het gelijkheids- of ongelijkheidsteken selecteren in het menu dat
verschijnt wanneer u op
Voorbeeld 2:
Bepalen of 0 < (
Verifieerbare expressies
De volgende expressies kunt u invoeren ter verificatie.
• Gelijkheden of ongelijkheden die één relationele operator bevatten
4 = √16, 4 ≠ 3, π > 3, 1 + 2 ≤ 5, (3 × 6) < (2 + 6) × 2, enz.
• Gelijkheden of ongelijkheden die meerdere relationele operatoren
bevatten
1 ≤ 1 < 1 + 1, 3 < π < 4, 2
Voorzorgsmaatregelen bij het invoeren van expressies
• De volgende soorten expressies veroorzaken een Syntax ERROR en
kunnen niet worden geverifieerd.
- Een expressie met meerdere relationele operatoren die ongelijk zijn
georiënteerd (bijvoorbeeld: 5 ≤ 6 ≥ 4)
- Een expressie die twee van de volgende operatoren bevat, ongeacht
de combinatie (bijvoorbeeld: 4 < 6 ≠ 8)
• Bepaalde expressies die niet overeenkomen met de hierboven
beschreven expressies kunnen ook tot een Syntax ERROR leiden en
kunnen niet worden geverifieerd.
4
9
– [Verify] > [=]*
12
drukt en vervolgens [Verify] selecteert.
8
8
2
)
-
waar of onwaar is
9
9
0
– [Verify] > [<]
8
9
8
9
2
= 2 + 2 = 4, 2 + 3 = 5 ≠ 2 + 5 = 8, enz.
60
voor meer informatie over