• Celinhoud in het bewerkingsvak wordt links in plaats van rechts
uitgelijnd. Een tekstcursor (|) verschijnt in het bewerkingsvak,
waarmee u de inhoud ervan kunt bewerken.
2. Verplaats de tekstcursor door inhoud van de cel met
bij waar nodig.
3. Druk op
om te voltooien en uw wijzigingen toe te passen.
Een celverwijzingnaam invoeren met het commando Grab
In plaats van een verwijzingnaam (zoals A1) handmatig in te voeren,
kunt u het commando Grab gebruiken. Selecteer een cel waarnaar u wilt
verwijzen en voer deze in met een toetsbewerking.
Voorbeeld 2:
Voer, volgend op voorbeeld 1, de volgende formule in cel B2
in: =A2+7.
1. Verplaats de cursor naar cel B2.
2. Voer onderstaande bewerking uit.
(=)
Relatieve en absolute celverwijzingen
Er zijn twee soorten celverwijzingen: relatieve en absolute.
Relatieve celverwijzing
De celverwijzing (A1) is in een formule zoals =A1+7 een relatieve
verwijzing, wat betekent dat deze wordt aangepast afhankelijk van de cel
waar de formule zich bevindt. Als de formule =A1+7 zich oorspronkelijk
in cel B1 bevindt, bijvoorbeeld, wordt na het kopiëren en plakken ervan
=B3+7 ingevoerd in cel C3. Aangezien de bewerking kopiëren en plakken
de formule met één kolom (B naar C) en twee rijen (1 naar 3) verplaatst,
wordt de relatieve celverwijzing uit A1 in de formule met één kolom en
twee rijen verplaatst naar B3. Als door een bewerking kopiëren en plakken
de naam van een relatieve celverwijzing wordt gewijzigd in iets dat buiten
het bereik van de spreadsheetcellen ligt, wordt/worden de betreffende
kolomletter en/of het rijnummer vervangen door een vraagteken (?) en
verschijnt "ERROR" als de celgegevens.
– [Spreadsheet] > [Grab]
80
en
7
en werk