Absolute celverwijzing
Als u wilt dat de delen rij, kolom of beide van een celverwijzingnaam
dezelfde blijven ongeacht waar u deze plakt, maakt u een absolute
celverwijzingnaam aan. Om een absolute celverwijzing aan te maken,
plaatst u een dollarteken ( ) vóór de kolomnaam en/of het rijnummer. U
kunt kiezen uit drie verschillende absolute celverwijzingen: absolute kolom
met relatieve rij ( A1), relatieve kolom met absolute rij (A 1) of absolute
rij en kolom ( A 1).
Het symbool voor absolute celverwijzing ( ) invoeren
Druk wanneer u een formule in een cel invoert op
[Spreadsheet] > [ ].
Spreadsheetgegevens knippen en plakken
1. Verplaats de cursor naar de cel waaruit u de gegevens wilt knippen.
2. Druk op
, selecteer [Cut & Paste] en druk vervolgens op
• Het plakken heeft nu de status stand-by. Om de stand-bystatus van
het plakken te annuleren, drukt u op
3. Verplaats de cursor naar de cel waarin u de gegevens wilt plakken die u
net hebt geknipt en druk op
• Het plakken van gegevens verwijdert de gegevens meteen ook
uit de cel waar u de knipbewerking hebt uitgevoerd en annuleert
automatisch de stand-bystatus van het plakken.
Opmerking
• Bij een bewerking knippen en plakken worden celverwijzingen bij het plakken niet
gewijzigd, ongeacht of ze relatief zijn of absoluut.
Spreadsheetgegevens kopiëren en plakken
1. Verplaats de cursor naar de cel waaruit u de gegevens wilt kopiëren.
2. Druk op
, selecteer [Copy & Paste] en druk vervolgens op
• Het plakken heeft nu de status stand-by. Om de stand-bystatus van
het plakken te annuleren, drukt u op
3. Verplaats de cursor naar de cel waarin u de gegevens wilt plakken die u
net hebt gekopieerd en druk op
• Het plakken blijft stand-by totdat u op
gekopieerde gegevens indien gewenst ook naar andere cellen kunt
kopiëren.
of
.
.
of
.
.
of
drukt, zodat u de
81
en selecteer
.
.