De frequentieomvormer progr...
20-20 Terugkopp.functie
Option:
Functie:
Alleen setpoint 1 zal worden gebruikt. De som van
Setpoint 1 en andere referenties die eventueel zijn
ingeschakeld (zie par. groep 3-1*) zullen worden
gebruikt als de setpointreferentie van de PID-
regelaar.
[2] Gemiddel-
Gemiddelde [2] bepaalt dat de PID-regelaar het
de
gemiddelde van Terugkoppeling 1, Terugkoppe-
ling 2 en Terugkoppeling 3 als terugkoppeling
moet gebruiken.
NB
Terugkoppelingen die niet worden
gebruikt, moeten worden ingesteld op
Geen functie in Par. 20-00 Bron terugk. 1,
Par. 20-03 Bron terugk. 2 of
Par. 20-06 Bron terugk. 3. De som van
Setpoint 1 en andere referenties die
eventueel zijn ingeschakeld (zie par.
groep 3-1*) zullen worden gebruikt als
de setpointreferentie van de PID-
regelaar.
[3]
Minimum
Minimum [3] bepaalt dat de PID-regelaar
Terugkoppeling 1, Terugkoppeling 2 en
*
Terugkoppeling 3 met elkaar moet vergelijken en
de laagste waarde als terugkoppeling moet
gebruiken.
NB
Terugkoppelingen die niet worden
gebruikt, moeten worden ingesteld op
Geen functie in Par. 20-00 Bron terugk. 1,
Par. 20-03 Bron terugk. 2 of
Par. 20-06 Bron terugk. 3. Alleen setpoint
1 zal worden gebruikt. De som van
Setpoint 1 en andere referenties die
eventueel zijn ingeschakeld (zie par.
groep 3-1*) zullen worden gebruikt als
de setpointreferentie van de PID-
regelaar.
[4] Maximum
Maximum [4] bepaalt dat de PID-regelaar
Terugkoppeling 1, Terugkoppeling 2 en
Terugkoppeling 3 met elkaar moet vergelijken en
de hoogste waarde als terugkoppeling moet
gebruiken.
NB
Terugkoppelingen die niet worden
gebruikt, moeten worden ingesteld op
Geen functie in Par. 20-00 Bron terugk. 1,
Par. 20-03 Bron terugk. 2 of
Par. 20-06 Bron terugk. 3.
Alleen setpoint 1 zal worden gebruikt. De som van
Setpoint 1 en andere referenties die eventueel zijn
®
VLT
HVAC Drive Bedieningshandleiding
®
MG.11.AD.18 –- VLT
is a gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
20-20 Terugkopp.functie
Option:
Functie:
ingeschakeld (zie par. groep 3-1*) zullen worden
gebruikt als de setpointreferentie van de PID-
regelaar.
[5] Multi-
Multi-setpoint min [5] bepaalt dat de PID-regelaar
setpoint
het verschil tussen Terugkoppeling 1 en Setpoint
min
1, Terugkoppeling 2 en Setpoint 2, en Terugkop-
peling 3 en Setpoint 3 moet berekenen. Vervol-
gens moet hij gebruik maken van het terugkoppe-
ling/setpointpaar waarbij de terugkoppeling het
verst onder de bijbehorende setpointreferentie
ligt. Als alle terugkoppelingssignalen hoger zijn
dan de bijbehorende setpoints zal de PID-regelaar
het terugkoppeling/setpointpaar gebruiken
waarbij het verschil tussen de terugkoppeling en
het setpoint het kleinst is.
NB
Als slechts twee terugkoppelingssigna-
len worden gebruikt, moet de terugkop-
peling die niet wordt gebruikt, worden
ingesteld op Geen functie in
Par. 20-00 Bron terugk. 1, Par. 20-03 Bron
terugk. 2 of Par. 20-06 Bron terugk. 3.
Houd er rekening mee dat elke setpoin-
treferentie de som is van de bijbehoren-
de parameterwaarde (Par. 20-21 Setpoint
1, Par. 20-22 Setpoint 2 en
Par. 20-23 Setpoint 3) en eventuele
andere referenties die zijn ingeschakeld
(zie par. groep 3-1*).
[6] Multi-
Multi-setpoint max [6] bepaalt dat de PID-regelaar
setpoint
het verschil tussen Terugkoppeling 1 en Setpoint
max
1, Terugkoppeling 2 en Setpoint 2, en Terugkop-
peling 3 en Setpoint 3 moet berekenen. Vervol-
gens moet hij gebruik maken van het terugkoppe-
ling/setpointpaar waarbij de terugkoppeling het
verst boven de bijbehorende setpointreferentie
ligt. Als alle terugkoppelingssignalen lager zijn
dan de bijbehorende setpoints zal de PID-regelaar
het terugkoppeling/setpointpaar gebruiken
waarbij het verschil tussen de terugkoppeling en
het setpoint het kleinst is.
7
7
89