Montage
6
Montage
GEVAAR
Levensbedreigend letsel door elektrische schokken.
Indien stroomvoerende delen worden aangeraakt, bestaat het gevaar van
levensbedreigend letsel.
•
Zorg dat de installatie, waarin het apparaat zal worden gemonteerd,
spanningsvrij is.
•
Zorg dat de installatie niet door andere personen weer kan worden
ingeschakeld.
•
Laat alle montagewerkzaamheden aan de elektrische aansluiting van
het apparaat alleen uitvoeren door een erkend elektromonteur en
volgens de elektrotechnische voorschriften.
VOORZICHTIG
Kans op letsel door uitstromende vloeistof die onder druk staat
Bij foutieve montage, demontage of ondeskundig onderhoud kunnen
brandwonden en andere verwondingen worden veroorzaakt aan de
aansluitingen, wanneer uit onder druk staande plotseling heet water of hete
stoom uitstroomt.
•
Zorg voor een veilige een deskundige montage, demontage en
onderhoud.
•
Zorg dat de installatie niet onder druk staat voordat u werkzaamheden
i.v.m. montage, demontage en onderhoud uitvoert aan de
aansluitingen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verbranding door hete oppervlakten
In verwarmingsinstallaties kunnen brandwonden worden veroorzaakt als
gevolg van hoge oppervlaktetemperaturen.
•
Draag veiligheidshandschoenen.
•
Plaats desbetreffende waarschuwingsborden in de buurt van het
apparaat.
VOORZICHTIG
Kans op letsel door vallen of stoten
Kneuzingen door vallen of stoten aan onderdelen van de installatie tijdens
de montage.
•
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen (helm, beschermende
kleding, handschoenen, veiligheidsschoenen).
WAARSCHUWING
Kans op letsel door hoog gewicht
De apparaten hebben een hoog gewicht. Hierdoor bestaat een verhoogd
kans op letsel en ongevallen.
•
Gebruik geschikte hefapparatuur voor het vervoer en de montage.
Opmerking!
Bevestig het juiste uitvoeren van montage en inbedrijfstelling in het
certificaat voor montage en inbedrijfstelling. Dit is de voorwaarde voor
garantieclaims.
–
Laat de eerste inbedrijfstelling en het jaarlijkse onderhoud
uitvoeren door de Reflex serviceafdeling.
6.1
Voorwaarden voor de montage
6.1.1
Controle van de leveringsomvang
Voor de aflevering wordt het apparaat zorgvuldig gecontroleerd en verpakt.
Beschadigingen tijdens het vervoer kunnen echter niet worden uitgesloten.
Ga als volgt te werk:
1.
Controleer de afgeleverde componenten direct bij ontvangst.
•
Is de levering volledig?
•
Is er een transportschade opgetreden?
2.
Documenteer de beschadigingen.
3.
Neem contact op met de vervoerder om de schade te melden.
6 — Nederlands
6.2
Toestand van het afgeleverde apparaat:
•
Voorbereidingen voor de montage van het apparaat:
•
•
•
•
•
•
6.3
OPGELET
Schade door ondeskundige montage
Door aansluitingen van buisleidingen of door apparaten van de installatie
kunnen extra belastingen van het apparaat ontstaan.
•
•
Voer de volgende werkzaamheden uit voor de montage:
•
•
•
6.3.1
OPGELET
Schade door ondeskundige montage
Door aansluitingen van buisleidingen of door apparaten van de installatie
kunnen extra belastingen van het apparaat ontstaan.
•
•
Neem bij de plaatsing van het vat de volgende instructies in acht:
•
•
•
•
Reflexomat Silent Compact — 16.10.2020 - Rev. A
Voorbereidingen
Controleer alle schroefkoppelingen van het apparaat op vaste zitting. Zo
nodig de schroeven vastdraaien.
Geen toegang voor onbevoegden.
Vorstvrije, goed geventileerde ruimte.
–
Kamertemperatuur 0 °C tot 45 °C.
Vlak en effen vloer.
–
Zorg dat de opstelplaats over de nodige draagcapaciteit beschikt,
wanneer het vat wordt gevuld.
Mogelijkheid voor het vullen en aftappen.
–
Stel een vulaansluiting DN 15 overeenkomstig DIN 1988 - 100 en En
1717 ter beschikking.
–
Stel een optionele bijmenging van koud water ter beschikking.
–
Stel een afvoer voor het aftapwater beschikbaar.
Elektrische aansluiting, zie hoofdstuk 5 "Technische gegevens" op
pagina 5.
Gebruik uitsluitend toegestane vervoer- en hijsmiddelen.
–
De aanslagpunten op het vat zijn uitsluitend bestemd als
hulpmiddelen bij de montage en opstelling.
Uitvoering
Zorg dat de buisaansluitingen tussen apparaat en installatie
gemonteerd zijn zonder spanningen en trillingen.
Ondersteun zo nodig de buisleidingen of apparaten.
Positioneer het apparaat.
Breng de wateraansluitingen tussen de besturingseenheid en de installatie
tot stand.
Sluit de interfaces aan volgens het klemmenschema.
Plaatsing van het vat
Zorg dat de buisaansluitingen tussen apparaat en installatie
gemonteerd zijn zonder spanningen en trillingen.
Ondersteun zo nodig de buisleidingen of apparaten.
Alle flensopeningen van het vat zijn openingen voor inspectie en
onderhoud.
–
Plaats het vat met een voldoende afstand naar het plafond en de
zijwanden.
Plaats het vat op een vast oppervlak.
Let op een rechthoekige en vrijstaande positie.
Zorg dat de functie van de niveaumeting "LIS" actief is.
OPGELET: Materiële schade door overdruk. Verbind het vat niet vast met de
vloer.