Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Installatie Controleren; Ingebruikname En Kalibratie; Het Dokken In Het Laadstation Testen; Bedieningspaneel - Husqvarna AUTOMOWER 310 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor AUTOMOWER 310:
Inhoudsopgave

Advertenties

3.8 De installatie controleren

Controleer het lussignaal door te kijken naar het
indicatielampje in het laadstation.
Zie
Indicatielampje in het laadstation op pagina 54 als
het lampje niet constant of knipperend groen brandt.

3.9 Ingebruikname en kalibratie

Als de hoofdschakelaar voor het eerst in stand
gezet, moet er een opstartprocedure in het menu van de
robotmaaier worden uitgevoerd, naast een automatische
kalibratie van het begeleidingssignaal.
1. Open de klep door op de STOP-knop te drukken.
2. Zet de hoofdschakelaar in stand
Wanneer de robotmaaier voor het eerst wordt
gebruikt, wordt een opstartprocedure gestart. De
volgende gegevens moeten worden ingevoerd:
Taal.
Land
Datum
Tijd
Selectie en bevestiging van de persoonlijke PIN-
code. Alle combinaties behalve 0000 zijn
toegestaan.
Let op: Gebruik de pagina
het begin van de handleiding om de PIN-code te
noteren.
3. Plaats de robotmaaier in het laadstation en druk op
START. De robotmaaier begint nu met het
kalibreren van de begeleidingsdraad.
Druk op START en sluit de klep. De robotmaaier zal
hierbij achterwaarts het laadstation verlaten en
vervolgens voor het laadstation een
kalibratieprocedure uitvoeren. Wanneer deze
procedure is voltooid, kan het maaien beginnen.

3.10 Het dokken in het laadstation testen

Controleer voordat u de robotmaaier gebruikt of deze de
begeleidingsdraad helemaal kan volgen tot aan het
laadstation en zonder problemen in het laadstation kan
dokken.
De testfunctie is te vinden in het menu
Laadstation zoeken > Begeleiding > Meer > Test
begeleiding . Voor meer informatie zie Begrenzing >
Meer > Test rechts / Test links op pagina 31 .
Als er geen begeleidingsdraad wordt geïnstalleerd, dan
moet de test worden uitgevoerd op de
begrenzingsdraad, zowel rechtsom als linksom.
173 - 002 -
1 wordt
1 .
AANTEKENINGEN aan
Installatie >
Het geleidingssysteem moet eerst zijn gekalibreerd om
bovenstaande test met succes te kunnen uitvoeren.

3.11 Bedieningspaneel

3.11.1 Instructie - bedieningspaneel
Alle commando's en instellingen voor de robotmaaier
gebeuren via het bedieningspaneel. Alle functies zijn
toegankelijk via een aantal menu's.
Het bedieningspaneel bestaat uit een display en een
toetsenbord. Alle informatie wordt op het display
weergegeven en alles wordt met de knoppen ingevoerd.
3.11.2 Toetsenbord
Het toetsenbord bestaat uit 6 groepen knoppen:
De START-knop wordt gebruikt om de robotmaaier
te activeren. Dit is doorgaans de laatste knop die
moet worden ingedrukt voordat het luik wordt
gesloten.
De knoppen TERUG en OK worden gebruikt voor
navigatie in het menu. De knop OK wordt ook
gebruikt om instellingen te bevestigen.
De pijltoetsen worden gebruikt om in het menu te
navigeren, maar dienen ook om selecties te maken
in bepaalde instelmogelijkheden.
De knop MENU wordt gebruikt om naar het
hoofdmenu te gaan.
De knop PARK wordt gebruikt om de robotmaaier
naar het laadstation te sturen.
De cijfertoetsen worden gebruikt om instellingen in
te voeren, bijv. pincode, tijd of uitgangsrichting.
3.11.3 Display
Wanneer de STOP-knop is ingedrukt en de klep is
geopend, geeft het display de volgende informatie weer:
Informatie over de werking, bv.
PARKEREN of TIMER . Als de STOP-knop wordt
ingedrukt wanneer de robotmaaier is ingeschakeld,
wordt de bediening weergegeven die was
ingeschakeld voordat de robotmaaier is gestopt, bijv.
MAAIEN of ZOEKEN . De tekst GEREED wordt
weergegeven als de robotmaaier niet in een
specifieke bedieningsmodus staat, bv. als de
hoofdschakelaar net is ingeschakeld.
De datum en klok tonen de huidige tijd:
MAAIEN,
Installatie - 23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Automower 315

Inhoudsopgave