op de pijltoets rechts te drukken en daarna
hoofdgebied of In bijgebied te kiezen.
4.4 Bedieningsmodus Parkeren
Wanneer de knop PARK is ingedrukt, kunnen de
volgende bedieningsmodi worden geselecteerd.
4.4.1 Parkeer tot nader order
De robotmaaier blijft in het laadstation totdat een andere
bedieningsmodus wordt geselecteerd via de START-
knop.
4.4.2 Start weer over 3 uur
De robotmaaier blijft in het laadstation gedurende drie
uur en keert daarna automatisch terug naar de normale
bedieningsmodus. Deze bedieningsmodus is geschikt
als de bediening moet worden onderbroken, bijv. voor
tijdelijke besproeiing of spelen op het gazon.
4.4.3 Start op volgende timer
De robotmaaier blijft in het laadstation tot de volgende
timerinstelling de maaier toestaat om te maaien. Deze
bedieningsmodus kan worden gebruikt om een reeds
gestarte maaicyclus te annuleren en de robotmaaier tot
de volgende dag in het laadstation te laten staan.
4.5 Stoppen
1. Druk op de STOP-knop.
De robotmaaier stopt, de maaimotor stopt en de klep
gaat open.
4.6 Uitschakelen
1. Druk op de STOP-knop.
2. Zet de hoofdschakelaar in stand
Schakel de robotmaaier altijd uit met de
hoofdschakelaar als de maaier moet worden
173 - 002 -
In
0 .
onderhouden of buiten het werkgebied moet worden
gebracht.
4.7 Timer en Stand-by
Gebruik de timerfunctie (zie
al te platgetreden gazon te vermijden.
4.7.1 Stand-by
De robotmaaier heeft een voorgeprogrammeerde stand-
by-tijd die overeenkomt met de tabel voor rusttijden.
Deze stand-by-tijd biedt bijvoorbeeld een goede
mogelijkheid om het gazon te besproeien of om er op te
spelen.
Model
Standby-tijd, uren per dag
Automower 310
min. 6
Automower 315
min. 2
4.7.2 De timer instellen
Ga bij het instellen van de timer ervan uit dat de
robotmaaier de vermelde hoeveelheid maait van het
aantal vierkante meters per uur en dag vermeld in de
tabel Werkcapaciteit.
Model
Werkcapaciteit, m
Automower 310
Ongeveer 56
Automower 315
Ongeveer 68
Als het werkgebied bijvoorbeeld 800 m
de Automower 310 14 uur per dag werken. De tijden zijn
bij benadering en hangen onder meer af van de kwaliteit
van het gras, de scherpte van de messen en de leeftijd
van de accu.
WAARSCHUWING: Gebruik de timer om niet te
laten maaien wanneer er zich doorgaans
kinderen of huisdieren op het gazon bevinden,
of voorwerpen die door de draaiende messen
beschadigd kunnen raken.
Door de fabrieksinstellingen voor de timer kan de
robotmaaier 24 uur per dag en 7 dagen per week
werken. De robotmaaier zal echter niet werken tijdens
de ingebouwde stand-by-periode.
4.7.3 Voorbeeld 1
De tijden in dit voorbeeld gelden voor de Automower
310, maar voor de andere modellen geldt hetzelfde
principe.
periode 1 : 00:00 - 00:00
Timerinstelling,
Actieve periode (A): 00:00 - 18:00
In de fabrieksinstelling begint de robotmaaier om 00:00
uur met maaien. De maaier is wordt echter vanaf 18:00
in de stand-bymodus in het laadstation geparkeerd, en
blijft daar tot hij om 00:00 uur weer begint met maaien.
Als de timerinstelling wordt opgedeeld in 2
werkperiodes, kan de rustperiode worden opgedeeld in
een aantal periodes. De minimale rusttijd dient echter
overeen te komen met de tabel voor Rusttijden.
Timer op pagina 25 ) om een
2
per uur en dag
2
groot is, moet
Bediening - 45