Bedieningsinstructies
9.6.2 Wegschakelmechanisme controleren
9.6.3 Referentiebeweging uitvoeren
Multi-turn aandrijving SA 07.1 – 16.1/SAR 07.1 – SAR 16.1 Intrusive
Bij aandrijvingen zonder wijzerdeksel mechanische standaanwijzing
Ò Schroefplug (1) en O-ring (2) resp. het deksel van de beschermbuis (4) uit-
draaien en de draairichting aan de holle as (3) resp. spindel (5)
observeren.
De draairichting is in orde, als de aandrijving in de richting CLOSED
verplaatst en de holle as resp. spindel met de wijzers van de klok mee
draait.
Afbeelding25
1
2
3
1
Schroefplug
2
Pakking
3
Holle as
1. Keuzeschakelaar in de stand locale bediening (LOCAL) plaatsen.
0
2. Aandrijving via de druktoetsen OPEN – STOP – CLOSE bedienen.
Het wegschakelmechanisme is juist ingesteld, als (standaard-signalering):
–
de gele signaallamp/LED1 in de eindstand CLOSED brandt
–
de groene signaallamp/LED5 in de eindstand OPEN brandt
Het wegschakelmechanisme is verkeerd ingesteld, als:
–
de aandrijving voor het bereiken van de eindstand blijft staan
–
één van de rode signaallampen/LED's brandt (draaimomentfout), resp.
volgende foutmeldingen in het display verschijnen:
statusweergave S0:
statusweergave S1:
3. Indien de eindstanden verkeerd zijn ingesteld: wegschakelmechanisme
opnieuw instellen (pagina 40).
Bij aandrijvingen voorzien van standaanwijzing (RWG, potentiometer) moet na
.
het wijzigen van de instelling een referentiebeweging worden uitgevoerd.
De aandrijving elektrisch (met behulp van de druktoetsen OPEN en
.
CLOSE van de locale besturing) éénmaal in de eindstand OPEN en
éénmaal in de eindstand CLOSED verplaatsen.
Indien na het wijzigen van het wegschakelmechanisme geen referentie-
beweging uitgevoerd wordt, is de standaanwijzing via de bus niet juist
gekalibreerd. Via de bus wordt dan de niet-uitgevoerde referentiebeweging
als waarschuwing gemeld.
met besturingseenheid AUMATIC AC 01.1
4
5
6
4
Beschermkap voor beschermbuis
5
Spindel
6
Beschermbuis
ERROR
TSC FAULTS
of
TSO FAULTS
43