Meldrelais; Cyclische Modus - AUMA SA 07.1 Bedieningsinstructies
Multi-turn aandrijvingen met besturingseenheid
Verberg thumbnails
Zie ook voor SA 07.1:
- Bedieningsinstructies (80 pagina's) ,
- Korte instructie (2 pagina's) ,
- Bedieningsinstructies (72 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Multi-turn aandrijvingen SA(R) 07.1 - SA(R) 16.1
AUMATIC AC 01.1 Non-Intrusive
Veiligheidsactivering:
Veiligheidsactie:
Veiligheidspositie:
Veiligheidsactiveringstijd:
13.7 Meldrelais
13.8 Cyclische modus
Afbeel-
Eindpositie
ding P8
OPEN
Taktafstand
DICHT
60
.
Redenen voor het veiligheidsgedrag (parameter "
.
Uitval van E1
.
Uitval van E1 of E2
Uitvallen van de BUS-communicatie (alleen bij aandrijvingen met BUS-interface)
Volgende acties (reacties van de aandrijving) kunnen bij signaaluitval worden ge-
programmeerd: (Parameter "
-
:
FAIL AS IS
-
:
FAIL CLOSE
-
:
FAIL OPEN
-
FAIL TO POSITION
Is de veiligeidsactie "
36) ingesteld, verplaatst de aandrijving naar de hier aangegeven veiligheidspositie.
Bepaalt de tijdspanne tussen het herkennen van een kabelbreuk en de activering
van de veiligheidsactie. (Parameter "
De meldrelais van de AUMATIC zijn te programmeren, en kunnen met verschillen-
de meldingen worden toegewezen. De mogelijke inhoud van de verzamel-sto-
ringsmelding (storingsrelais) en de verschillende meldingen van de meldrelais 1
tot 5 zijn op de bladzijden 34 tot 36 beschreven.
Via de cyclische modus ('taktmodus') kan de positioneringstijd over een gedeelte-
lijke- of de totale positioneerweg worden verlengt (zie afbeelding P8).
.
.
Cyclische (takt-) modus is via de bedrijfsmodi LOCAAL en AFSTAND mogelijk.
De cyclische modus kan onafhankelijk voor de richtingen OPEN en DICHT
worden geactiveerd (parameter "
.
de 36).
Voor beide richtingen is de taktafstand (taktbegin en takteinde) apart in te stellen
.
(parameter "
START STEP
De loop-, resp. pauzetijden zijn onafhankelijk voor de richtingen OPEN en
DICHT in te stellen (parameter "
" / "
CLOSE
OFF TIME CLOSE
Om de instellingen voor de taktmodus via het display te kunnen
uitvoeren, moet de instelling "
menu M40) op "
Taktbegin OPEN
Taktafstand OPEN
t
FAILURE POSITION
de aandrijving stopt in de actuele positie
de aandrijving verplaatst in de eindpositie DICHT
de aandrijving verplaatst in de eindpositie OPEN
:
de aandrijving verplaatst naar een aangegeven positie.
" (parameter "
FAIL TO PRESENT
DELAY TIME
DIRECTION OPEN
" en "
", bladzijde 37).
STOP STEP
ON TIME OPEN
", bladzijde 37).
STEPPING MODE
" staan.
VIEW ENABLED
Takteinde OPEN
Taktbegin
DICHT
Eindpositie DICHT
Bedieningsinstructies
").
FAILURE SOURCE
", bladzijde 36)
", bladzijde
FAILURE POSITION
", bladzijde 36)
" en "
", bladzij-
DIRETION CLOSE
" / "
" en "
OFF TIME OPEN
ON TIME
" (bladzijde 48,
Takteinde
DICHT
Advertenties
Inhoudsopgave
