Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Draaimoment-Overbrugging; Bewakingsfuncties; Draaimoment/Bewaking; Motorbeveiliging (Thermische Bewaking) - AUMA SA 07.1 Bedieningsinstructies

Multi-turn aandrijvingen met besturingseenheid
Verberg thumbnails Zie ook voor SA 07.1:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningsinstructies
Afbeelding P10:
Signaalgedrag
van de
tussenposities

13.14 Draaimoment-overbrugging

13.15 Bewakingsfuncties

13.15.1 Draaimoment/bewaking

13.15.2 Motorbeveiliging (thermische bewaking)

Thermische schakelaar
(standaard)
PTC-temperatuurvoeler (optie) Indien de temperatuur van de motor boven de toelaatbare grens komt, wordt
GEEN SIGNAAL
Z
POS
¯ ¯ ¯
A
_ _ _
Z
¯ ¯ ¯
POS
A
_ _ _
Z
POS
A
_ _ _
_ _ _
Eindpositie DICHT
Naar behoefte kan voor een in te stellen tijdspanne de draaimoment/koppelbewa-
king worden gedeactiveerd. Onafhankelijk van de positie van de aandrijving werkt
de draaimoment/koppeloverbrugging.
Parameter "
Wordt het ingestelde draaimoment/koppel vóór het bereiken van de eindpositie
bereikt, wordt de aandrijving gestopt en een draaimoment/koppelfout uitgegeven.
De fout wordt opgeslagen en moet afhankelijk van de instelling van de AUMATIC
door een positioneercommando in de tegengestelde richting worden gequitteerd.
Locaal kan de fout via de druktoets RESET, als de keuzeschakelaar in de positie
LOCAAL staat, worden gequitteerd.
Indien de temperatuur van de motor boven de toelaatbare grens komt, wordt
de aandrijving gestopt een een thermische fout (verzamelstoringsmelding)
uitgegeven.
Conform de bestelgegevens is de AUMATIC op automatische reset na het uit-
schakelen van de motor of op handmatige reset via de RESET-toets van de locale
besturing ingesteld (zie parameter
de aandrijving gestopt een een thermische fout (verzamelstoringsmelding)
uitgegeven.
Na het afkoelen van de motor moet de fout via de RESET-toets van de locale be-
sturing worden gereset. Indien de AUMATIC met een veldbus-interface uitgerust
is, kan de fout via het reset-commando via de veldbus geschieden.
Multi-turn aandrijvingen SA(R) 07.1 - SA(R) 16.1
1 = signaal actief
Aandrijving-positionering
Positie van de tussenpositionering
Om de instellingen voor de tussenposities via het display te kun-
nen uitvoeren, moet de instelling "
(bladzijde 48, menu M40) op "
", bladzijde 31.
BY-PASS DURATION
MOTOR PROTECTION
AUMATIC AC 01.1 Non-Intrusive
0 = signaal inactief
Eindpositie OPEN
INTERMED. POSITIONS
" staan.
VIEW ENABLED
, bladzijde 49).
1
0
1
0
1
0
1
0
"
63

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sa 16.1Sar 07.1Sar 16.1Aumatic ac 01.1

Inhoudsopgave